Vet

Om een vet gedrukte tekst stijl toe te voegen aan de tekst, klik op de Vet knop op de taakbalk of gebruik de shortcut toetsen Ctrl+B. De stijl wordt toegepast op de geselecteerde tekst. Door op de Vet knop te klikken en daarna tekst te typen heeft ook als effect dat de tekst die erna wordt ingegevoerd Vet wordt.

Om te controleren of de stijl werkelijk op Vet staat, plaatst u de cursor binnen desbetreffende tekst of selecteer het en controleer of de Vet knop aktief is. Om de Vet stijl te verwijderen, selecteer de tekst en deactiveer de Vet knop door erop te klikken.

Cursief

Om een cursief gedrukte stijl toe te voegen aan uw tekst, klik op de Cursief knop op de taakbalk of gebruik de shortcut toetsen Ctrl+I. De stijl wordt toegepast op de geselecteerde tekst. Door op de Cursief knop te klikken en daarna tekst te typen heeft ook als effect dat de tekst die erna wordt ingegevoerd Cursief wordt.

Om te controleren of de stijl werkelijk op Cursief staat, plaatst u de cursor binnen desbetreffende tekst of selecteer het en controleer of de Cursief knop aktief is. Om de Cursief stijl te verwijderen, selecteer de tekst en deactiveer de Cursief knop door erop te klikken.

Onderstrepen

Om een onderstreept gedrukte stijl toe te voegen aan uw tekst, klik op de Onderstreep knop op de taakbalk of gebruik de shortcut toetsen Ctrl+U. De stijl wordt toegepast op de geselecteerde tekst. Door op de Onderstreep knop te klikken en daarna tekst te typen heeft ook als effect dat de tekst die erna wordt ingegevoerd Onderstreept wordt.

Om te controleren of de stijl werkelijk op Onderstreept staat, plaatst u de cursor binnen desbetreffende tekst of selecteer het en controleer of de Onderstreep knop aktief is. Om de Onderstreep stijl te verwijderen, selecteer de tekst en deactiveer de Onderstreep knop door erop te klikken.

Schakel naar Volledig Scherm

Wanneer het nodig is om het KTML 4 invoer veld te vergroten, om de inhoud efficienter te kunnen verwerken, klik op de Schakel naar Volledig Scherm knop op de taakbalk. Het zal het KTML 4 invoer veld zo groot maken als uw scherm.

Opsommingstekens

Als u diverse alinea’s selecteert en vervolgens op de button Opsommingstekens klikt, zal KTML-4 een opsommingsteken plaatsen aan het begin van elke alinea. Als u aan het eind van de alinea de “Enter” toets indrukt zal de nieuwe alinea ook met een opsommingsteken beginnen.

Na op de button Opsommingsteken geklikt te hebben, zal deze opmaak actief blijven totdat de button is gedeactiveerd of als u naar een alinea gaat zonder deze opmaak. Om de opmaak te verwijderen, selecteer de tekst en deactiveer de button Opsommingsteken door op de button te klikken. Om verder te gaan en de opsomming te beëindigen, druk twee keer op Enter na de laatste opsomming. Om te controleren of de opmaak is ingesteld op opsommingstekens, plaats de cursor binnen de gewenste tekst of selecteer de tekst, en controleer of de button Opsommingstekens geactiveerd is.

Wanneer de ‘Tab’ toets wordt gebruikt binnen een opsomming, zal deze alinea worden ingesprongen en het opsommingsteken verandert van vorm.

Opmerking: alleen in Mozilla, als u de opsommingstekens toepast voor elke alinea apart, zal de ruimte tussen de alinea’s worden vergroot, vergeleken met de ruimte als alle alinea’s in een keer worden geselecteerd.

Nummering

Als u diverse alinea’s selecteert en vervolgens op de button Nummering klikt, zal KTML-4 een nummer plaatsen aan het begin van elke alinea, in oplopende volgorde. Als u aan het eind van de alinea de “Enter” toets indrukt zal de nieuwe alinea ook met een nummer beginnen.

Na op de button Nummering geklikt te hebben, zal deze opmaak actief blijven totdat de button is gedeactiveerd of als u naar een alinea gaat zonder deze opmaak. Om de opmaak te verwijderen, selecteer de tekst en deactiveer de button Nummering door op de button te klikken. Om verder te gaan en de nummering te beëindigen, druk twee keer op Enter na de laatste nummering. Om te controleren of de opmaak is ingesteld op nummering, plaats de cursor binnen de gewenste tekst of selecteer de tekst, en controleer of de button Nummering geactiveerd is.

Als u de cursor binnen een genummerde alinea plaatst (niet de laatste) en de button Nummering deactiveert, zal deze alinea geen nummer meer hebben. Een nieuwe nummering zal beginnen meteen onder deze alinea. De nummering is gereset en hierdoor zal de volgende alinea beginnen met nummer 1.

Wanneer de ‘Tab’ toets wordt gebruikt terwijl:

Opmerking: alleen in Mozilla, als u de nummering toepast voor elke alinea apart (in plaats van meerdere alinea’s tegelijkertijd te selecteren), zal de nummering elke keer gereset worden (dus voor elke alinea komt een 1).

Opschonen HTML Code

Als er een of meerdere alinea’s worden ingevoegd die alreeds door een andere woord processor is opgemaakt (bijv. Microsoft Word of OpenOffice), kan de grootte van de HTML code aanzienlijk vergroten. Dit fenomeen is te wijten aan export methoden van de twee applicaties, die veel en ook vaak onbruikbare HTML tags invoegen in de HTML code. Met KTML 4 kunt u de code opschonen door gebruik te maken van de button Opschonen HTML Code en te kiezen uit de volgende KTML 4 opmaak functies:

Opschonen Word Opmaak – dit verwijdert alle onnodige Microsoft Word tags.

Opschonen CSS – dit verwijdert alle CSS opmaken

Opschonen alle Opmaak Tags – dit vervangt de volgende tags: <H1>, <H2>, <H3>, <H4>, <H5>, <H6>, <ADDRESS>, <PRE> door <p> (paragraph) tag.

Het opschoon proces treft de huidige selectie of the gehele pagina als er geen selectie gemaakt was. Het resultaat is een schoner en nauwkeuriger code.

Tekstkleur

De button Tekstkleur maakt het mogelijk om een bepaalde tekst een kleur te geven (voorgrond kleur). De button bestaat uit twee delen:

Klik op de button aan de linkerkant om de huidige geselecteerde tekstkleur te gebruiken (dit is te zien aan het horizontale streepje aan de onderkant van de button).

Door op het pijltje te klikken aan de rechterkant van de button wordt de kleurkiezer weergegeven waarin u een kleur kan selecteren voor de tekst.

De kleur wordt toegepast voor de geselecteerde tekst of voor de tekst die na het wijzigen van de tekstkleur wordt ingetypt. Om de kleur te wijzigen, selecteer de tekst, klik op de button Tekstkleur en kies een geschiktere kleur uit het kleurkeuze scherm.

Opmerking: u kunt ook zelf de kleuren definiëren die worden weergegeven in de kleurkiezer in een configuratie bestand. De standaard kleuren zijn het Web safe kleuren (216 kleuren) en enige grijstinten. Lees meer hierover in de API documentatie.

Markeerstift

De button Markeerstift maakt het mogelijk om een bepaalde markeerkleur te gebruiken (achtergrond kleur). De button bestaat uit twee delen:

Klik op de button aan de linkerkant om de huidige geselecteerde markeerkleur te gebruiken (dit is te zien aan het horizontale streepje aan de onderkant van de button).

Door op het pijltje te klikken aan de rechterkant van de button wordt de kleurkiezer weergegeven waarin u een markeerkleur kan selecteren voor de tekst.

De kleur wordt toegepast voor de geselecteerde tekst of voor de tekst die na het wijzigen van de tekstkleur wordt ingetypt. Om de kleur te wijzigen, selecteer de tekst, klik op de button Markeerstift en kies een geschiktere kleur uit het kleurkeuze scherm.

Opmerking: u kunt ook zelf de kleuren definiëren die worden weergegeven in de kleurkiezer in een configuratie bestand. De standaard kleuren zijn de Web safe kleuren (216 kleuren) en enige grijstinten. Lees meer hierover in de API documentatie.
ile. The default colors are those from the Web safe color palette (216 colors) and some gray shades. Read more about this in the API documentation.

Kleurkiezer

De kleurkiezer is een matrix met een groot aantal kleuren, waaruit u kunt kiezen, maar het biedt ook de mogelijkheid om een hexadecimaal code te maken voor een precieze, gewenste kleur. De kleurkiezer interface bevat de volgende elementen:

  1. Kleurcode tekst box: wanneer u het kleurkiezer scherm kiest, zal deze box de code van de hiervoor geselecteerde kleur weergeven. Als u een nieuwe kleur selecteert, zal de weergegeven code veranderen. Dus, u kunt een hexadecimale code zelf ingeven.
  2. Muis-over weergave item: wanneer u de muis beweegt boven de kleurenmatrix zal de kleur (en code), waar de muis bovenop ligt, worden weergeven in een groter rechthoek in dit weergave scherm.
  3. Geselecteerd weergave item: als u een kleur in de kleurenmatrix geselecteerd heeft, zal deze te zien zijn in dit weergave item.
  4. OK button: door op deze button te klikken wordt de gekozen kleur toegepast op uw selectie.
  5. Annuleer button: annuleren van elke kleur selectie door het klikken op deze button.
  6. Help button: deze opent het contextuele help scherm.
Knippen

Om de geselecteerde afbeelding of tekst te knippen uit de context, klik op de button Knippen of gebruik de sneltoetsen Ctrl+X. Als de geselecteerde afbeelding/tekst geknipt wordt betekent dit dat de afbeelding/tekst verwijderd wordt uit het document en geplaatst wordt op het klembord, waar vandaan het geplakt kan worden in of het KTML 4 werkblad of een andere editor.

Opmerking: In Mozilla is het commando Knippen niet toegankelijk vanuit de werkbalk, maar alleen via de sneltoets.

Kopiëren

Om de geselecteerde afbeelding of tekst te kopiëren, klik op de button Kopiëren of gebruik de sneltoetsen Ctrl+C. Na het uitvoeren van dit commando wordt de geselecteerde afbeelding/tekst gekopieerd naar het klembord, waar vandaan het geplakt kan worden in of het KTML 4 werkblad of een andere editor.

Opmerking: In Mozilla is het commando Kopiëren niet toegankelijk vanuit de werkbalk, maar alleen via de sneltoets.

Plakken

Dit commando wordt toegepast na een voorgaande Knippen of Kopiëren actie. De afbeelding/tekst, die opgeslagen is op het klembord, wordt geplaatst in het KTML 4 werkblad, in de huidige cursor positie of vervangt de alreeds geselecteerde afbeelding/tekst. Dit commando is toegankelijk via de button Plakken in de werkbalk door gebruik te maken van de sneltoetsen Ctrl+V,

Opmerking: In Mozilla is het commando Plakken niet toegankelijk vanuit de werkbalk, maar alleen via de sneltoets.

Wijzigen lettertype

De KTML 4 editor maakt het u mogelijk om het lettertype te wijzigen door het gewenste lettertype te selecteren uit het drop-down menu Lettertype, welke te vinden is in de werkbalk. Het standaard lettertype is "Times New Roman, Times, serif" of " Verdana, Helvetica".

De autoselectie van het huidige lettertype is een middel om te zien welk lettertype wordt gebruikt, door de tekst te selecteren of door de cursor binnen de alinea te plaatsen. Als er een selectie wordt gemaakt waarin zich meerdere lettertypen bevinden (lettertype kan verschillend zijn per woord), dan wordt het lettertype niet meer weergegeven in het drop-down menu. Wanneer u nu een ander lettertype selecteert, zal de gehele geselecteerde tekst in dit lettertype wijzigen.

Wanneer een CSS stijl, die referenties bevat van nieuwe lettertypen, geïmporteerd wordt in het document, zullen deze nieuwe lettertypen toegevoegd worden aan het drop-down menu.

Opmerking: u kunt ook zelf lettertypen definiëren in een configuratie bestand. Er is een standaard lettertype lijst gedefinieerd voor het geval u geen veranderingen wilt aanbrengen in het configuratie bestand. Lees meer hierover in de API documentatie.

Wijzigen tekengrootte

De tekengrootte kan gewijzigd worden door de gewenste grootte te selecteren van het drop-down menu Tekengrootte in de werkbalk. De wijziging in tekengrootte heeft effect op de geselecteerde tekst of de tekst die na de wijziging wordt ingevoerd (als er geen selectie is gemaakt). Standaard wordt de tekengrootte op 14 pixels gezet. De tekengroottes zijn vergelijkbaar met de groottes die worden gebruikt door de meest gangbare word processors (Microsoft Word, OpenOffice).

De huidige tekengrootte is automatisch geselecteerd in het drop-down menu. Om te zien welke tekengrootte wordt gebruikt, kan u de tekst selecteren of de cursor binnen de alinea plaatsen en in het drop-down menu kijken. Als er een selectie wordt gemaakt waarin zich meerdere lettergroottes bevinden, dan wordt de tekengrootte niet meer weergegeven in het drop-down menu. Wanneer u nu een andere tekengrootte selecteert, zal de gehele geselecteerde tekst in deze tekengrootte wijzigen.

Horizontale lijn

Door deze button aan te klikken kunt u, op de plaats waar de cursor staat, een horizontale lijn in het document invoegen. Het helpt u om visueel bepaalde elementen te onderscheiden.

Opmaakprofielen toepassen

Dit drop-down menu bevat enige klassieke titel en opmaak kenmerken, welke toegepast kunnen worden op uw tekst.

Als u een specifieke titel opmaak wilt toepassen, selecteer eerst de tekst of plaats de cursor in de tekst. Vervolgens kiest u een titel opmaak uit het drop-down menu Opmaakprofiel in de werkbalk. De gehele selectie zal deze titel opmaak krijgen. Als deze selectie alreeds een opmaakprofiel heeft, dan zal deze vervangen worden door de nieuw gekozen titel opmaak.

CSS stijlen toepassen

Het drop-down menu Stijl geeft de beschikbare Cascading Style Sheets (CSS) stijlen weer, waarvan u de stijl kan implementeren in HTML. De CSS stijlen kunnen worden toegepast voor elke type selectie (tekst, afbeelding, tabel). Als u een CSS stijl wilt toepassen op of wijzigen van een bepaalde tekst, kunt u deze tekst selecteren of de cursor binnen de tekst plaatsen (als u de gehele selectie wilt opmaken) en vervolgens kiest u een CSS stijl uit het drop-down menu van de werkbalk.

Wanneer u de cursor binnen een alinea plaatst, welke verschillende CSS stijlen heeft voor bepaalde delen van de alinea, en een nieuwe CSS stijl kiest, dan zal de gehele alinea deze CSS stijl krijgen, behalve de woorden waarvoor al een CSS stijl gedefinieerd is.

Wanneer u de cursor in een woord binnen een alinea plaatst en dit woord heeft alreeds een CSS stijl (stijl A) en u selecteert een nieuwe stijl (stijl B), dan wordt de opmaak van alle woorden uit deze alinea met stijl A vervangen door stijl B (al deze woorden hebben dezelfde CSS stijl kenmerk – een SPAN tag). Dit is erg handig voor de gebruiker, hij hoeft geen tijd te besteden aan het selecteren van tekst en kiezen van stijlen.

Tip: om goede resultaten te verkrijgen, pas liever de CSS stijlen op en goede manier toe, dan telkens selecties te maken en stijlen te veranderen. Deze methode is niet aan te bevelen, in het bijzonder als u de Mozilla browser gebruikt, want de HTML code zal te ingewikkeld worden en de visuele resultaten zullen niet altijd zoals verwacht uitzien. Om de CSS stijlen op de juiste manier te gebruiken, maak gebruik van de Tagkiezer om eenvoudig SPAN tags (overeenkomstig met de alreeds gebruikte CSS stijlen) te selecteren en te verwijderen uit de code.

Inspringing vergroten

Door te klikken op de button Inspringing vergroten in de werkbalk of op de toets Tab wordt de functie geactiveerd. Het zal de afstand tussen de huidige alinea (geselecteerde alinea of de alinea waarin de cursor is geplaatst) en de linkerkant van de pagina vergroten.

Elke keer als u op de button Inspringing vergroten klikt, zal de marge aan de linkerkant toenemen.

Inspringing verkleinen

Dit commando doet het tegenovergestelde van inspringen vergroten. Het kan alleen toegepast worden als er eerder een commando voor inspringen vergroten is gegeven. De rol van dit commando is om de marge aan de linkerkant te doen afnemen, elke keer als er op de button Inspringing verkleinen in de werkbalk wordt geklikt of gebruik de sneltoetsen Shift+Tab.

Denk eraan dat deze functie alleen werkt als er al eerder ingesprongen is (een, twee of zoveel keer als u van plan bent de button Inspringing verkleinen te gebruiken.

Bladeren voor Media bestanden


U kunt afbeeldingen of video’s uploaden en/of invoegen in de web pagina’s door de button Afbeelding te gebruiken. Als u op deze button klikt wordt een pop-up scherm (Remote File Explorer) weergegeven en het helpt u om het gewenste bestand in te voegen van de server op afstand of een nieuw bestand te uploaden vanuit uw lokale machine. Voordat een media bestand ingevoegd kan worden in het werkblad van KTML 4, zal het van te voren ge-upload moeten worden op de server op afstand.

Zelfs als er media bestanden worden verwijderd van de site pagina’s, zullen de corresponderende bestanden op de server op afstand blijven behouden totdat u de bestanden uit de upload map verwijdert.

Bladeren voor documenten

U kunt documenten uploaden en/of invoegen in de web pagina’s door de button Link naar Document te gebruiken. Als u op deze button klikt wordt een pop-up scherm (Remote File Explorer) weergegeven en het helpt u om het gewenste bestand in te voegen van de server op afstand of een nieuw bestand te uploaden vanuit uw lokale machine. Voordat een media bestand ingevoegd kan worden in het werkblad van KTML 4, zal het van te voren ge-upload moeten worden op de server op afstand.

Wanneer u een document invoegt, wordt een link met de naam van het document ingevoegd in de pagina waar de cursor geplaatst is. Door op de link te klikken wordt het document op de server op afstand geopend. Zelfs als er een document link wordt verwijderd van de site pagina, zal het corresponderende bestand op de server op afstand blijven behouden totdat u de bestanden uit de upload map verwijdert.

Bladeren voor sjablonen

U kunt sjablonen (.htm of .html) uploaden en/of invoegen in de web pagina’s door de button Inhoud Sjabloon te gebruiken. Als u op deze button klikt wordt een pop-up scherm (Remote File Explorer) weergegeven en het helpt u om het gewenste bestand in te voegen van de server op afstand of een nieuw bestand te uploaden vanuit uw lokale machine. Voordat een media bestand ingevoegd kan worden in het werkblad van KTML 4, zal het van te voren ge-upload moeten worden op de server op afstand.

U kunt uw eigen sjablonen maken in KTML door een ontwerp te maken in de visuele editor. Vervolgens alles selecteren, rechtermuis klik, kies de optie Opslaan als Sjabloon en dan de naam van het nieuwe bestand (.htm of .html). Het bestand wordt opgeslagen op de server op afstand in een map naar keuze.

Invoegen speciaal teken

De button Speciaal Teken maakt het mogelijk om een speciaal teken in de pagina in te voeren, waar het toestenbord niet toereikend is. De button bestaat uit twee delen:

  1. Klik de linkerkant van de button om het huidige geselecteerde teken te gebuiken (is weergegeven op de button).
  2. Als u aan de rechterkant van de button klikt zal het scherm Tekenkiezer worden weergegeven waardoor u het teken kan kiezen wat u nodig heeft. Het scherm geeft een matrix van tekens weer, waaruit u kan kiezen.

Opmerking: u kunt ook zelf speciale tekens definieren, die worden weergegeven in de matrix, in een configuratie bestand. Er is een standaard teken lijst gedefinieerd voor het geval u geen veranderingen wilt aanbrengen in het configuratie bestand. Lees meer hierover in de API documentatie.

Tekenkiezer

De Tekenkiezer is een scherm wat een matrix van speciale tekens presenteert. Dit scherm bestaat uit de volgende elementen:

  1. Geselecteerd weergave item: als u een element in de matrix selecteert, dan zal dit symbool worden weergegeven in dit weergave item (in groter formaat).
  2. Invoeg button: invoegen van het geselecteerde teken in de pagina door op deze button te klikken.
  3. Annuleer button: annuleren van elke teken selectie of invoeging in de pagina door het klikken op deze button.
  4. Help button: deze opent het contextuele help scherm.
Bladwijzer invoegen

Door op deze button te klikken, kunt u een bladwijzer invoegen in uw pagina (de tegenhanger van de ‘bookmark’ in Microsoft Word) precies waar de cursor geplaatst is of precies voor de geselecteerde afbeelding/tekst. Nadat u de button Bladwijzer hebt aangeklikt zal u gevraagd worden om de naam van de bladwijzer in te voeren. De naam is benodigd wanneer een link naar deze bladwijzer aangemaakt wordt.

Een bladwijzer wordt gebruikt om een specifieke plaats te lokaliseren in een pagina, een plaats waar u later een link kan leggen op woorden of afbeeldingen. Dit type link verwijst de bezoeker naar een andere sectie van dezelfde web pagina. Een symbool (glyph) wordt weergegeven om u te laten zien waar de bladwijzers zijn aangemaakt in de pagina.

Tabel invoegen

U kunt een tabel in uw pagina invoegen door the klikken op de button Tabel / Invoegen 2x2 Tabel in de werkbalk. De button bestaat uit twee delen.

  1. Als u de button afbeelding aanklikt (tooltip is Invoegen 2x2 Tabel) voor de eerste keer in de huidige sessie, zal een 2x2 tabel in de pagina worden ingevoegd. Als u er later op klikt, nadat er al tabellen in de pagina staan, zal de tabel die wordt ingevoegd dezelfde afmetingen hebben als de laatste tabel die is ingevoegd.
  2. Als u op de pijl aan de rechterkant klikt (als eerste de tooltip is Tabel – later zal het de afmetingen weergeven van de laatste ingevoegde tabel) zal de visuele rij/cel kiezer worden weergegeven. Door de muis cursor naar boven en beneden / naar rechts en links te bewegen in het tabel uitbreidings pop-up scherm, kunt u de standaard afmetingen (2x2) wijzigen en een tabel invoegen met de benodigde afmetingen.

Door middel van de werkbalken Tabel, Rij en Cel Eigenschappen kunt u veel meer mogelijkheden om de tabel op te maken.

Links uitlijnen

Om het links uitlijnen toe te passen in uw geselecteerde alinea(’s), klik op de button Links uitlijnen in de werkbalk of gebruik de sneltoetsen Ctrl+Shift+L. Net zoals u gewone word processors gebruikt, zullen de geselecteerde alinea(‘s) uitgelijnd worden naar de linkerkant van de pagina.

Opmerking: als u het links uitlijnen wilt toepassen op één alinea hoeft u deze niet te selecteren, alleen de cursor binnen de alinea plaatsen en dan klikken op de button Links uitlijnen in de werkbalk.

Centreren

Om de uitlijn stijl Centreren toe te passen in uw geselecteerde alinea(’s), klik op de button Centreren in de werkbalk of gebruik de sneltoetsen Ctrl+Shift+E. Net zoals u gewone word processors gebruikt, zullen de geselecteerde alinea(‘s) uitgelijnd worden naar het midden van de pagina (op even veel afstand van de linkerkant als rechterkant van de pagina).

Opmerking: als u het centreren wilt toepassen op één alinea hoeft u deze niet te selecteren, alleen de cursor binnen de alinea plaatsen en dan klikken op de button Centreren in de werkbalk.

Rechts uitlijnen

Om het rechts uitlijnen toe te passen in uw geselecteerde alinea(’s), klik op de button Rechts uitlijnen in de werkbalk of gebruik de sneltoetsen Ctrl+Shift+R. Net zoals u gewone word processors gebruikt, zullen de geselecteerde alinea(‘s) uitgelijnd worden naar de rechterkant van de pagina.

Opmerking: als u het rechts uitlijnen wilt toepassen op één alinea hoeft u deze niet te selecteren, alleen de cursor binnen de alinea plaatsen en dan klikken op de button Rechts uitlijnen in de werkbalk.

Uitvullen

Om de uitlijn stijl Uitvullen toe te passen in uw geselecteerde alinea’s, klik op de button Uitvullen in de werkbalk of gebruik de sneltoetsen Ctrl+Shift+J. Net zoals u gewone word processors gebruikt, zullen de geselecteerde alinea(‘s) uitgelijnd worden naar zowel de linkerkant als rechterkant van de pagina, de tekst zal gelijkmatig verdeeld worden.

Opmerking: als u het uitvullen wilt toepassen op één alinea hoeft u deze niet te selecteren, alleen de cursor binnen de alinea plaatsen en dan klikken op de button Uitvullen in de werkbalk.

Zoeken/Vervangen

De KTML 4 editor maakt het mogelijk om tekst te zoeken en te vervangen in Ontwerp en Code weergave. Om dit te doen, klik op de button Zoeken/Vervangen in de werkbalk of gebruik de sneltoetsen Ctrl+F. Een pop-up scherm helpt u om de details in te vullen voor het zoeken en vervangen.

Zoeken/Vervangen Gebruiker Interface

De KTML 4 Zoeken/Vervangen Gebruiker Interface bevat de volgende elementen:

  1. Zoeken naar tekst box: vul de te zoeken of de te vervangen tekst in.
  2. Vervangen door tekst box: vul de tekst in die de gevonden tekst gaat vervangen
  3. Vergelijken checkbox: controleer met deze optie of er hoofd/kleine letters gebruikt moeten worden.
  4. Vergelijken alleen heel woord checkbox: neem deze optie als u op zoek bent naar een compleet woord en niet voor delen van woorden.
  5. Volgende zoeken button: lokaliseert het volgende item dat gezocht of vervangen moet worden (in de tekst wordt het item geselecteerd weergegeven).
  6. Vervangen button: vervangt het huidige gevonden item met de waarde die is ingegeven bij Vervangen door tekst box.
  7. Alles vervangen button: vervangt alle gevonden items met de waarde die is ingegeven bij Vervangen door tekst box.
  8. Annuleer button: annuleren van alle zoek/vervang selecties door het klikken op deze button.
  9. Help button: deze opent het contextuele help scherm.
Spellingscontrole

Om spellingscontrole uit te voeren op de inhoud van de tekst op uw pagina, of alleen een deel wat geselecteerd is, klik op de button Spellingscontrole. Een pop-up scherm helpt u om het spellingscontrole proces te stroomlijnen.

U kunt snel de verkeerd gespelde woorden identificeren, beschikbare suggesties selecteren, woorden toevoegen aan het woordenboek, de woorden te negeren of wijzigen.

Spellingscontrole Gebruiker Interface

De KTML 4 Spellingscontrole Gebruiker Interface bevat de volgende elementen:

  1. Niet in woordenlijst weergave item: het geeft de onbekende of verkeerd gespelde woorden weer (een per keer), welke is gevonden in de tekst bij de spellingscontrole.
  2. Vervangen door tekst box: als er suggesties bestaan voor het huidige verkeerd gespelde woord, zal de eerste in deze tekst box worden weergegeven. U kunt ook direct een correct woord invullen.
  3. Suggesties lijst: kies uit de beschikbare suggesties het juiste woord voor uw tekst.
  4. Taal drop-down menu: selecteer uit de beschikbare opties de taal die gebruikt wordt in uw tekst.
  5. Negeren button: negeert het huidige geval van het geselecteerde woord.
  6. Alles negeren button: negeert alle gevallen van het geselecteerde woord.
  7. Toevoegen aan woordenboek button: klik op deze button om het huidige “verkeerd gespelde” woord toe te voegen aan het woordenboek.
  8. Wijzigen button: wijzigt het huidige geval van het geselecteerde woord met de waarde die is ingegeven bij Vervangen door tekst box.
  9. Alles wijzigen button: wijzigt alle gevallen van het geselecteerde woord met de waarde die is ingegeven bij Vervangen door tekst box.
  10. Sluiten button: sluit het scherm als u de spellingscontrole wilt afsluiten.
  11. Help button: deze opent het contextuele help scherm.
Weergeven Code/Ontwerp

Omdat de KTML 4 een WYSIWYG text editor voor HTML documenten is, is het belangrijk om een functie te implementeren die toestaat om te schakelen tussen de bewerk modussen. Gevorderde gebruikers hebben hier voordeel van omdat zij het document in HTML opmaak ook kunnen bewerken.
De KTML 4 editor heeft twee bewerk modus, waartussen u kan schakelen door op de button Weergave Code/Ontwerp te klikken in de werkbalk.

  1. Ontwerp weergave: een tekst editor geeft het uiteindelijke resultaat weer
  2. Code weergave: de HTML editor.
Weergeven/verbergen onzichtbare elementen

In veel situaties kan het nodig zijn om de randen van de tabel 0 te maken (onzichtbaar te maken). KTML 4 maakt het mogelijk om de randen van de tabel wel te zichtbaar (om verder te bewerken) te maken ook al zijn ze ingesteld op onzichtbaar. Het weergeven van onzichtbare elementen maakt het mogelijk om data te organiseren op een tabelsgewijze manier, terwijl er ook rekening gehouden wordt met de ontwerp regels. Klik op de button Weergeven/verbergen onzichtbare elementen in de werkbalk.

Ongedaan maken

Om terug te keren naar een voorgaande staat van uw pagina (net voor de laatste wijziging), klik op de button Ongedaan maken in de werkbalk of gebruik de sneltoetsen Ctrl+Z. KTML 4 maakt het mogelijk om de laatste 50 handelingen ongedaan te maken.

Afhankelijk van de pagina elementen die aangepast zijn, kunnen de volgende wijzingen ongedaan worden gemaakt:

Herhalen

Om terug te keren naar een voorgaande staat van uw pagina voordat u iets ongedaan heeft gemaakt, klik op de button Herhalen in de werkbalk of gebruik de sneltoetsen Ctrl+Y. Dit commando maakt het mogelijk om dezelfde actie te activeren die u hiervoor ongedaan heeft gemaakt. Het is mogelijk om alle acties, die uitgevoerd kunnen worden op een pagina, gebruik makend van KTML 4, te herhalen.

Superscript

Om een bepaalde tekst selectie als superscript weer te geven, klik op de button Superscript in de werkbalk. Deze opmaak zal toegepast worden op de geselecteerde tekst. Door eerst op de button Superscript te klikken en dan te typen zal de opmaak ook toegepast worden.

Om te controleren of de opmaak is ingesteld op superscript, plaats de cursor binnen de gewenste tekst of selecteer de tekst, en controleer of de button Superscript geactiveerd is. Om de opmaak te verwijderen, selecteer de tekst en deactiveer de button Superscript door op de button te klikken.

Subscript

Om een bepaalde tekst selectie als subscript weer te geven, klik op de button Subscript in de werkbalk. Deze opmaak zal toegepast worden op de geselecteerde tekst. Door eerst op de button Subscript te klikken en dan te typen zal de opmaak ook toegepast worden.

Om te controleren of de opmaak is ingesteld op subscript, plaats de cursor binnen de gewenste tekst of selecteer de tekst, en controleer of de button Subscript geactiveerd is. Om de opmaak te verwijderen, selecteer de tekst en deactiveer de button Subscript door op de button te klikken.

Formulieren

Om een leeg HTML formulier aan uw pagina toe te kunnen voegen, moet u op de button Formulier in de werkbalk klikken. Eenmaal ingevoegd, is het formulier te herkennen aan de rood gestippelde omlijning. Schakel geavanceerde formulier opties in via het eigenschappen paneel van het formulier.

Tekstveld

Om een tekstveld toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Tekstveld in de werkbalk. Na toevoegen kunt u de eigenschappen van het tekstveld bewerken zoals bijvoorbeeld enkele regel, meerdere regels of dat het om een wachtwoord invoerveld gaat. Deze en andere opties kunt u instellen via het eigenschappen paneel van het Tekstveld.

Tekstgebied

Om een tekstgebied toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klik u op de button Tekstgebied in de werkbalk. Na toevoegen kunt u de eigenschappen van het tekstgebied bewerken zoals bijvoorbeeld enkele regel, meerdere regels of dat het om een wachtwoord invoerveld gaat. Deze en andere opties kunt u instellen via het eigenschappen paneel van het Tekstgebied.

Button

Om een button toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Button in de werkbalk. Buttons voeren na een klik een actie uit en de meest voorkomende actie zal het versturen van een formulier zijn. De geavanceerde opties voor de button kunt u instellen via het eigenschappen paneel van de Button.

Selectiebox

Om een selectiebox toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Selectiebox in de werkbalk. Selectievakken worden gebruikt om bijvoorbeeld een antwoord te kunnen opgeven op een vraag (Ja of Nee). De keuze wordt gemaakt door het selectievak aan of uit te zetten. Er kunnen ook meerdere selectievakken worden geplaatst
Om een gebruiker meerdere keuzes te kunnen laten maken. De geavanceerde opties voor een selectievak kunt u instellen via het eigenschappen paneel van de Selectiebox.

Radio Button

Om een radio button toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Radio Button in de werkbalk. Er kan maar één radio button in een groep, of gerelateerde radio buttons worden gekozen. De geavanceerde opties voor een radio button kunt u instellen via het eigenschappen paneel van de Radio Button.

Lijst/Menu

Om een lijst/menu toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Lijst/Menu in de werkbalk. Met de lijst optie kunnen meerdere items tegelijk worden geselecteerd en met de menu optie kunt u maar één item tegelijk selecteren.
De geavanceerde opties voor een lijst/menu kunt u instellen via het eigenschappen paneel van de Lijst/Menu.

Bestandveld

Om een bestandveld toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Bestandsveld in de werkbalk. Bestandsvelden maken het mogelijk om bestanden die lokaal op uw computer staan op te zoeken en deze dan bij het verzenden van het formulier meet te sturen als data. De geavanceerde opties voor een bestandveld kunt u instellen via het eigenschappen paneel van het Bestandveld.

Verborgen Veld

Om een verborgen veld toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Verborgen Veld in de werkbalk. In verborgen velden wordt data opgeslagen die niet wordt getoond in het formulier (bijv. huidige datum, data die is gespecificeerd door de ontwikkelaar van de website, data opgehaald uit de huidige sessie etc.). De geavanceerde opties voor een verborgen veld kunt u instellen via het eigenschappen paneel van het Verborgen Veld.

Veldset

Om een veldset toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Veldset in de werkbalk. Een veldset is een omlijnde container met een naam (‘Legenda’ is de standaard naam) en hierin kunt u andere formulier elementen toevoegen. De geavanceerde opties voor een veldset kunt u instellen via het eigenschappen paneel van een Veldset.

Label

Om een label toe te kunnen voegen aan het formulier (of ergens anders onafhankelijk van het formulier), klikt u op de button Label in de werkbalk. Een label is een tekst sectie die is geassocieerd met een formulier control (vorig toegevoegde pagina). Wanneer u op de label klikt, dan zal de focus worden verplaatst naar het formulier control. De geavanceerde opties voor een label kunt u instellen via het eigenschappen paneel van een Label.

Celeigenschappen: Element ID

Het celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID box (getoond in Eenvoudige weergave) vult u een waarde in voor de ID attribuut. Hierdoor is elk element uniek te identificeren (tabel cel) binnen een pagina.

Celeigenschappen: Breedte

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Breedte tekstbox (getoond in Eenvoudige weergave) geeft u de breedte van een tabel cel op waarin de cursor is geplaatst (deze breedte wordt tevens de breedte van de gerelateerde tabel kolom). De breedte kunt u in het aantal pixels opgegeven of in percentage voor de gehele tabel breedte.

Wanneer u de breedte in pixels opgeeft en de waarde is groter dan 1000, dan zal er een pop-up verschijnen met de foutmelding: “De opgegeven waarde moet kleiner zijn dan 1000 pixels.” Het dient aan te bevelen om de waarde in percentage in te voeren.

Celeigenschappen: Hoogte

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Hoogte tekstbox (getoond in Eenvoudige weergave) geeft u de hoogte van een tabel cel op waarin de cursor is geplaatst (deze hoogte wordt tevens de hoogte van de gerelateerde tabel rij). De hoogte kunt u in het aantal pixels opgegeven of in percentage voor de gehele tabel hoogte.

Wanneer u de hoogte in pixels opgeeft en de waarde is groter dan 1000, dan zal er een pop-up verschijnen met de foutmelding: “De opgegeven waarde moet kleiner zijn dan 1000 pixels.” Het dient aan te bevelen om de waarde in percentage in te voeren. Normaal gesproken wordt de hoogte eigenlijk nooit opgegeven omdat deze automatisch groter wordt al naar gelang aan de inhoud van de tabel cel.

Celeigenschappen: Horizontale Uitlijning

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het H uitlijning drop-down menu (getoond in Eenvoudige weergave) bevat de volgende opties om de cel inhoud horizontaal uit te lijnen:

Celeigenschappen: Verticale Uitlijning

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het V uitlijning drop-down menu (getoond in Eenvoudige weergave) bevat de volgende opties om de cel inhoud vertikaal uit te lijnen:

Celeigenschappen: Geen Doorloop

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Selecteer de Geen Doorloop optie (getoond in Eenvoudige weergave) wanneer de tekst die zich in een cel bevindt op één regel moet worden getoond. Wanneer de optie niet wordt geselecteerd dan zal de tekst doorlopen naar de volgende regel wanneer limiet van de cel breedte wordt bereikt.

Celeigenschappen: Koptekst

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Wanneer de Koptekst optie (getoond in Eenvoudige weergave) wordt geselecteerd, Dan zal de inhoud van de cel vet worden afgedrukt en gecentreerd.

Celeigenschappen: Achtergrond Afbeelding

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Bg tekstbox (getoond in Geavanceerde weergave) kunt u desgewenst een afbeelding voor de geselecteerde cel achtergrond kiezen. U kunt ervoor kiezen om het volledige pad (URL) naar een afbeelding op een server op te geven, of u klikt op de button Zoeken om een afbeelding op de server op te zoeken.

Opmerking: Het is uw taak om er voor te zorgen dat de cel en het plaatje de juiste dimensies hebben omdat de afbeelding niet automatisch wordt geschaald naar de breedte en hoogte van de cel.

Celeigenschappen: Achtergrond Kleur

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Bg Kleur tekstbox (getoond in Geavanceerde weergave) kunt u de gewenste kleur voor de geselecteerde cel opgeven (cel waar de cursor zich in bevindt). U kunt de hexadecimale waarde van de kleur invoeren of u kunt een kleur selecteren met behulp van de kleurenwaaier. Met de kleurenwaaier is het ook mogelijk om hexadecimale waarden op te geven voor een meer precieze achtergrond kleur.

Celeigenschappen: Rand Kleur

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Brdr Kleur Tekstbox (getoond in Geavanceerde weergave) kunt u de gewenste kleur voor de rand van de geselecteerde cel opgeven (cel waar de cursor zich in bevindt). U kunt de hexadecimale waarde van de kleur invoeren of kunt u een kleur selecteren met behulp van de kleurenwaaier. Met de kleurenwaaier is het ook mogelijk om hexadecimale waarden op te geven voor een meer precieze achtergrond kleur.

Celeigenschappen: Geavanceerd

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door op de button Geavanceerd te klikken ( getoond in Eenvoudige weergave), zal het Celeigenschappen paneel overschakelen naar Geavanceerde weergave. Nu heeft u de mogelijkheid om de geavanceerde opties voor de huidige tabel cel te bekijken en/of aan te passen.

Celeigenschappen: Eenvoudig

Het Celeigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel cel bevindt of wanneer de <TD> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door op de button Eenvoudig te klikken (getoond in Geavanceerde weergave), zal het Celeigenschappen paneel overschakelen naar Eenvoudige Weergave. Nu heeft u de mogelijkheid om de opties voor de huidige tabel cel te bekijken en/of aan te passen.

Rij Eigenschappen: Element ID

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekstbox geeft u een waarde op voor het ID attribuut. Hierdoor is elk element uniek te identificeren (tabel rij) binnen een pagina.

Rij Eigenschappen: Horizontale Uitlijning

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het H uitlijning drop-down menu (getoond in Eenvoudige weergave) bevat de volgende opties om de rij inhoud horizontaal uit te lijnen:

Rij Eigenschappen: Vertikale Uitlijning

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het V uitlijning drop-down menu (getoond in Eenvoudige weergave) bevat de volgende opties om de rij inhoud vertikaal uit te lijnen:

Rij Eigenschappen: Achtergrond Afbeelding

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Bg tekstbox (getoond in Geavanceerde weergave) kunt u desgewenst een afbeelding voor de geselecteerde rij achtergrond kiezen. U kunt ervoor kiezen om het volledige pad (URL) naar een afbeelding op een server op te geven, of u klikt op de button Zoeken om een afbeelding op de server op te zoeken.

Opmerking: Het is uw taak om er voor te zorgen dat de rij en het plaatje de juiste dimensies hebben omdat de afbeelding niet automatisch wordt geschaald naar de breedte en hoogte van de rij.

Rij Eigenschappen: Achtergrond Kleur

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Bg Kleur tekstbox (getoond in Geavanceerde weergave) kunt u de gewenste kleur voor de geselecteerde rij opgeven (cel waar de cursor zich in bevindt). U kunt de hexadecimale waarde van de kleur invoeren of u kunt een kleur selecteren met behulp van de kleurenwaaier. Met de kleurenwaaier is het ook mogelijk om hexadecimale waarden op te geven voor een meer precieze achtergrond kleur.

Rij Eigenschappen: Rand Kleur

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Brdr Kleur Tekstbox (getoond in Geavanceerde weergave) kut u de gewenste kleur voor de rand van de geselecteerde rij opgeven (rij waar de cursor zich in bevindt). U kunt de hexadecimale waarde van de kleur invoeren of u kunt een kleur selecteren met behulp van de kleurenwaaier. Met de kleurenwaaier is het ook mogelijk om hexadecimale waarden op te geven voor een meer precieze achtergrond kleur.

Opmerking: De randen van elke cel binnen de geselecteerde rij zullen ook worden voorzien van de nieuwe kleur, dus niet alleen de randen van de rij (het wordt gezien als één grote cel)

Rij Eigenschappen: Koptekst

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Wanneer de Koptekst optie (getoond in Eenvoudige weergave) wordt geselecteerd, Dan zal de inhoud van de rij vet worden afgedrukt en gecentreerd.

Rij Eigenschappen: Geen Doorloop

Het Rij Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel rij bevindt of wanneer de <TR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Wanneer de Geen Doorloop optie wordt geselecteerd dan zal elke paragraaf op de huidge rij worden getoond op één regel.

Tabel Eigenschappen: Element ID

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekstbox geeft u een waarde op voor het id attribuut. Hierdoor is elk element uniek te identificeren (tabel) binnen een pagina.

Tabel Eigenschappen: Breedte

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Breedte tekstbox (getoond in Eenvoudige weergave) geeft u de breedte van een tabel op waarin de cursor is geplaatst. De breedte kunt u in het aantal pixels opgegeven of in percentage voor de gehele tabel breedte. Wanneer u de breedte in pixels opgeeft en de waarde is groter dan 1000, dan zal er een pop-up verschijnen met de foutmelding: “De opgegeven waarde moet kleiner zijn dan 1000 pixels.” Het dient aan te bevelen om de waarde in percentage in te voeren.

Opmerking: De standaard breedte is nogal krap (elke kolom is groot genoeg om het ‘space’ symbool in te kunnen plaatsen). Door aan de tabel handvatten te trekken kunt u de dimensie van de tabel naar eigen wens aanpassen. (de handvatten verschijnen wanneer de tabel is geselecteerd)

Tabel Eigenschappen: Hoogte

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Hoogte tekstbox (getoond in Eenvoudige weergave) geeft u de hoogte van een tabel op waarin de cursor is geplaatst. De hoogte kunt u in het aantal pixels opgeven of in percentage voor de gehele tabel breedte. Wanneer u de hoogte in pixels opgeeft en de waarde is groter dan 1000, dan zal er een pop-up verschijnen met de foutmelding: “De opgegeven waarde moet kleiner zijn dan 1000 pixels.” Het dient aan te bevelen om de waarde in percentage in te voeren.

Opmerking: De standaard hoogte is nogal klein (elke kolom is groot genoeg om cursor in te kunnen plaatsen). Door aan de tabel handvatten te trekken kunt u de dimensie van de tabel naar eigen wens aanpassen (de handvatten verschijnen wanneer de tabel is geselecteerd).

Tabel Eigenschappen: Cel Bladvulling

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de CelBladvulling tekstbox (getoond in Eenvoudige weergave) kunt u het aantal pixels opgeven dat tussen de cel inhoud en de cel randen moet komen (Cel Bladvulling). De standaard waarde is 2.

Tabel Eigenschappen: Cel Tussenruimte

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de CelTussenruimte tekstbox (getoond in Eenvoudige weergave) kunt u het aantal pixels opgeven dat tussen aangrenzende cellen moet komen (cel tussenruimte). De standaard waarde is 2.

Tabel Eigenschappen: Rand

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Rand tekstbox (getoond in Eenvoudige weergave) kunt u de dikte (in pixels) van de rand opgeven die om de tabel moet worden getoond. De standaard waarde is 1. Om de rand onzichtbaar te maken moet deze waarde (attribuut) op 0 worden gezet.

Opmerking: Wanneer een tabel rand onzichtbaar wordt, zullen de randen van de cellen van die tabel ook onzichtbaar worden. Anders, houden zij een constante dikte, ongeacht hoe dik de tabel rand ook wordt gezet.

Tebel Eigenshappen: Horizontaal Uitlijnen

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het H Align drop-down menu (weergegeven in Eenvoudige weergave) bevat de opteis voor het horizontaal uitlijnen van de tabel relatief aan de pagina:

Tabel Eigenschappen: Header Rijen

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Header Rijen tekst box (weergegeven in Eenvoudige weergave) geeft u het aantal rijen in dat u wenst te gebruiken als Tabel Header. Deze zullen opgenomen worden in de <thead></thead> tag. U kunt een CSS regel voor deze tag toevoegen aan het KT_styles.css bestand (bijgevoegd bij het pakket) zodat u de header rijen een bepaald uiterlijk kunt geven.

Opmerking: Wanneer er gesproken wordt over header en footer rijen, dient u de tabel te zien met drie rij categoriën: header, body en footer. Er kunnen reen header rijen zonder footer rijen (niet vanuit het KTML4 standpunt) bestaan. Dus wanneer er een numerieke waarde ingegeven wordt in een van de tekst boxen en de andere wordt blanco gelaten, zal de laatste automatisch gevuld worden met de waarde 1. De som van de twee waarden die ingegeven worden kan nooit groter zijn dan het aantal tabel rijen min 1 (ten minste één rij dient te corresponderen met de body van de tabel). Dus wanneer men kiest voor het werken met header en footer rijen en de tweede waarde die u ingeeft if groter dan het toegestane aantal wordt dit automatisch verminderd naar de maximaal toegestane waarde.

Tabel Eigenschappen: Caption

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Caption tekst box (in Geavanceerde weergave) geeft u de tekst in die weergegeven dient te worden als tabel caption (naam van de tabel). De <caption></caption> tag wordt opgenomen binnen de <table></table> tag.

Tabel Eigenschappen: Samenvatting

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Samenvatting tekst box (in Geavanceerde weergave) geet u de waarde in voor het 'summary' attribuut.

Tabel Eigenschappen: Caption Positie

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het Caption Positie drop-down menu (in Geavanceerde weergave) bevat de opties voor de caption positie relatief aan de tabel (en haar hoogte):

Tabel Eigenschappen: Caption Uitlijning

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het Caption Uitlijn drop-down menu (in Geavanceerde weergave) bevat de opties voor de horizontale uitlijning van de caption relatief aan de tabel (en haar breedte):

Tabel Eigenschappen: Achtergrond Afbeelding

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Bg tekst box (in Geavanceerde weergave) kunt u een afbeelding opgeven als achtergrond voor de tabel. U kunt of een volledig path opgeven (URL) naar de afbeelding die eerder geupload is of u kunt klikken op Zoeken naar Afbeelding waardoor u een afbeelding van de server kunt kiezen.

Opmerking: Het is de taak van de gebuiker om de juiste afmetingen aan de afbeelding mee te geven omdat automatisch vergroten of verkleinen aan de hand van de grootte van de tabel niet toegepast wordt.

Tabel Eigenschappen: Achtergrond Kleur

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Bg Kleur tekst box (in Geavanceerde weergave) kunt u de gewenste achtergrond kleur voor de tabel instellen. U kunt de hexadecimale code van de kleur ingeven of u klikt op de Kleur Kiezer knop om een kleur te kiezen uit de lijst. De Kleur Kiezer bied ook de mogelijkheid om een hexadecimale code in te geven voor een nauwkeurige, voorkeurs achtergrond kleur.

Tabel Eigenschappen: Rand Kleur

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Brdr Kleur tekst box (in Geavanceerde weergave) kunt u de gewenste rnad kleur voor de tabel instellen. U kunt een hexadecimale code van de kleur in de tekst box ingeven of u klikt op de Kleur Kiezer knop om een kleur te kiezen uit de lijst. De Kleur Kiezer bied ook de mogelijkheid om een hexadecimale code in te geven voor een nauwkeurige, voorkeurs rand kleur.

Opmerking: Elke cel van de tabel wordt gekleurd in deze kleur en niet enkel de tabel zelf (deze wordt gezien als een grotere cel).

Tabel Eigenschappen: Geavanceerd

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door op de Geavanceerd knop te klikken (in Eenvoudige weergave), komkt het Tabel Eigenschappen paneel voor Geavanceerde weergave naar voren. U kunt hier de eigenschappen en instellingen van geavanceerde opties voor de huidig geselecteerde tabel aanpassen.

Tabel Eigenschappen: Eenvoudig

Het Tabel Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een tabel bevindt of wanneer de <TABLE> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door te klikken op de Eenvoudig knop (in Geavanceerde weergave), verschijnt het Tabel Eigenschappen Eenvoudige weergave paneel. U heeft daar de mogelijkheid om verscheidene opties van de huidig geselecteerde tabel aan te passen.

Opsommings Tekens Eigenschappen: Element ID

Het Opsommings Tekens Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een (niet) geordende lijst bevindt of wanneer de <UL> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekst box geeft u de waarde in voor het id attribuut. Dit unieke element identificeert het element (Opsommings Tekens lijst) in een pagina.

Opsommings Tekens Eigenschappen: Vorm

Het Opsommings Tekens Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een (niet) geordende lijst bevindt of wanneer de <UL> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met het Opsommingsteken Vorm drop-down menu kunt u de vorm van de opsommingstekens die weergeven worden wijzigen. De mogelijke opties zijn:

Genummerde Lijst Eigenschappen: Element ID

Het Genummerde Lijst Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een geordende lijst bevindt of wanneer de <OL> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekst box geeft u de waarde in voor het id attribuut. Dit unieke element identificeert het element (Genummerde Lijst) in een pagina.

Genummerde Lijst Eigenschappen: Nummering Type

Het Genummerde Lijst Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een geordende lijst bevindt of wanneer de <OL> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met het Nummering Type drop-down menu kunt u de stijl van de nummering wijzigen. De mogelijke opties zijn:

  1. Arabisch (standaard): 1, 2, 3...
  2. Lower alpha: a, b, c...
  3. Upper alpha: A, B, C...
  4. Lower roman: i, ii, iii...
  5. Upper roman: I, II, III...
Genummerde Lijst Eigenschappen: Begin bij

Het Genummerde Lijst Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een geordende lijst bevindt of wanneer de <OL> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Begin bij tekst box geeft u een nummer in even groot of groter dan nul waarmee de nummering dient te beginnen. Bijvoorbeeld, indien u 4 ingeeft, zal het eerste element in de genummerde lijst vooraf gegaan worden door 4, d, D, iv of IV (afhankelijk van uw stijlkeuze).

Lijst Item Eigenschappen: Element ID

Het Lijst Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een lijst bevindt of wanneer de <LI> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekst box geeft u de waarde in voor het id attribuut. Dit unieke element identificeert het element ( Lijst) in een pagina.

Lijst Item Eigenschappen: Vorm

Het Lijst Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een lijst bevindt (dit kan genummerd of opsomming zijn)of wanneer de <LI> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Indien de lijst behoort tot een opsommings reeks, via het Opsommingsteken Vorm drop-down menu kunt u de vorm van de opsommingstekens die weergeven worden wijzigen. De mogelijke opties zijn:

Lijst Item Eigenschappen: Nummering Type

Het Lijst Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een lijst bevindt (dit kan genummerd of opsomming zijn)of wanneer de <LI> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Indien de lijst behoort tot een genummerde lijst, via het Nummering Type drop-down menu kunt u de stijl van de nummering wijzigen. De mogelijke opties zijn:

  1. Arabisch (standaard): 1, 2, 3...
  2. Lower alpha: a, b, c...
  3. Upper alpha: A, B, C...
  4. Lower roman: i, ii, iii...
  5. Upper roman: I, II, III...
Lijst Item Eigenschappen: Begin bij

Het Lijst Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer de cursor zich binnen een lijst bevindt (dit kan genummerd of opsomming zijn)of wanneer de <LI> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Indien de lijst behoort tot een genummerde lijst, via de Begin bij tekst box geeft u een nummer in even groot of groter dan nul waarmee de nummering dient te beginnen. Bijvoorbeeld, indien u 4 ingeeft, zal het eerste element in de genummerde lijst vooraf gegaan worden door 4, d, D, iv of IV (afhankelijk van uw stijlkeuze).

Horizontale Lijn Eigenschappen: Element ID

Het Horizontale Lijn Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een horizontale lijn geselecteerd heeft (door erop te klikken) of door het toe te voegen aan de pagina of wanneer de <HR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekst box geeft u de waarde in voor het id attribuut. Dit unieke element identificeert het element ( Horizontale lijn) in een pagina.

Horizontale Lijn Eigenschappen: Breedte

Het Horizontale Lijn Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een horizontale lijn geselecteerd heeft (door erop te klikken) of door het toe te voegen aan de pagina of wanneer de <HR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Breedte tekst box geeft u een waarde in dat zowel pixels of procent (van de pagina breedte) kan aantonen. Selecteer een van deze twee opties van het geassocieerde drop-down menu.

Horizontale Lijn Eigenschappen: Bepaal Breedte In

Het Horizontale Lijn Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een horizontale lijn geselecteerd heeft (door erop te klikken) of door het toe te voegen aan de pagina of wanneer de <HR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

De breedte van een horizontale lijn kan gekozen worden in zowel pixels als procent (relatief aan de pagina breedte). Selecteer de gewenste manier van het meten van de breedte in het drop-down menu naast de Breedte tekst box.

Horizontale Lijn Eigenschappen: Hoogte

Het Horizontale Lijn Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een horizontale lijn geselecteerd heeft (door erop te klikken) of door het toe te voegen aan de pagina of wanneer de <HR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Hoogte tekst box geeft u het aantal pixels in voor de hoogte van de horizontale lijn. Hoe hoger de waarde, hoe dieper de toegewezen ruimte (de ruimte tussen de twee paragrafen die de horizontale lijn scheid) zal zijn.

Horizontale Lijn Eigenschappen: Horizontale Uitlijning

Het Horizontale Lijn Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een horizontale lijn geselecteerd heeft (door erop te klikken) of door het toe te voegen aan de pagina of wanneer de <HR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het H Uitlijning drop-down menu bevat de opties voor de positie van de horizontale lijn relatief aan de pagina's breedte:

Begrijpelijk, wanneer de lijn zo breed is als de pagina zal uitlijnen naar links, rechts en centreren geen verschil maken in de positie. Maar wanneer de lijn breedte smaller is dan die van de pagina zullen de uitlijn opties zichtbaar zijn.

Horizontale Lijn Eigenschappen: Schaduw

Het Horizontale Lijn Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een horizontale lijn geselecteerd heeft (door erop te klikken) of door het toe te voegen aan de pagina of wanneer de <HR> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Wanneer u de Schaduw optie selecteert, wordt de binnenzijde van de horizontale lijn (de dikte is een vast gegeven maar de hoogte) transparant. Wanneer deze optie niet aangevinkt wordt, zal de rechthoek corresponderend aan de horizontale lijn gevuld worden met een grijs tint.

Flash Eigenschappen: Element ID

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft u de waarde in voor het id attribuut. Dit unieke element identificeert het element (Flash film) in een pagina.

Flash Eigenschappen: Breedte

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de W tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft u de flash film's nieuwe breedte in in pixels. U kunt ook handmatig de breedte aanpassen door de schaal knoppen te slepen (deze verschijnen wanneer de flash film is geselecteerd).

Flash Eigenschappen: Hoogte

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de H tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft u de flash film's nieuwe hoogte in in pixels. U kunt ook handmatig de hoogte aanpassen door de schaal knoppen te slepen (deze verschijnen wanneer de flash film is geselecteerd).

Flash Eigenschappen: Bestand

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

De Bestand tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft het path weer op de remote server van de huidig geselecteerde Flash film. Indien u deze selectie wenst te vervangen door een andere film, klikt u op de knop naast de tekst box en kiest u een ander bestand. U kunt ook handmatig het path aanpassen met verwijzing naar het Flash bestand.

Flash Eigenschappen: Alternatieve Afbeelding

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Alternatieve Afbeelding tekst box kunt u een afbeelding instellen die getoond wordt in de browsers die geen support bieden voor het afspelen van Flash Films. U kunt zowel het volledige path (URL) naar het geuploade bestand op de server invoeren als klikken op Blader naar Bestand om een afbeelding te selecteren op de server.

Flash Eigenschappen: Afspelen

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Klik de Afpelen knop (in zowel Eenvoudige als Geavanceerde weergave) wanneer u de film wilt laten beginnen met spelen. Het label zal op dat moment veranderen in 'Stop'. Door op de Stop knop te klikken zal de Flash film stoppen met spelen.

Flash Eigenschappen: Originele Afmeting

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

De Originele Afmeting knop (in Eenvoudige weergave), zal wanneer erop geklikt wordt de Flash film resetten naar haar originele afmetingen.

Flash Eigenschappen: Geavanceerd

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door op de Geavanceerd knop te klikken (in Eenvoudige weergave), zal het Flash Eigenschappen paneel overschakelen naar Geavanceerde weergave. U kunt daar een aantal geavanceerde opties voor de huidig geselecteerde Flash film wijzigen.

Flash Eigenschappen: Loop

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Wanneer de Loop optie (in Geavanceerde weergave) is aangevinkt, zal de Flash film continu blijven spelen. Anders zal het enkel eenmalig spelen en daarna stoppen.

Flash Eigenschappen: Autoplay

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Indien de Autoplay optie (in Geavanceerde weergave) is aangevinkt, zal de Flash film automatisch beginnen met spelen wanneer de pagina geladen is.

Flash Eigenschappen: Horizontale Ruimte

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de H Ruimte tekst box (in Geavanceerde weergave) specificeert u de horizontale afstand (in pixels) tussen de Flash film en de overige pagina elementen (afbeeldingen, tabel randen, tekst) aan de linker en rechter zijde. Deze overige pagina elementen kunnen reeds aanwezig zijn in een pagina of kunnen later toegevoegd worden: deze zullen niet dichter bij de Flash film komen dan de horizontale ruimte die ingesteld is. De standaard waarde is 0 (nul).

Flash Eigenschappen: Verticale Ruimte

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de V Ruimte tekst box (in Geavanceerde weergave) specificeert u de verticale afstand (in pixels) tussen de Flash film en de overige pagina elementen (afbeeldingen, tabel randen, tekst) aan de boven en onder zijde. Deze overige pagina elementen kunnen reeds aanwezig zijn in een pagina of kunnen later toegevoegd worden: deze zullen niet dichter bij de Flash film komen dan de verticale ruimte die ingesteld is. De standaard waarde is 0 (nul).

Flash Eigenschappen: Kwaliteit

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In het Kwaliteit drop-down menu (in Geavanceerde weergave) kiest u de optie die gewenst is in uw pagina. Te weten; de hoge kwaliteit richt zich op een betere weergave, terwijl de lage kwaliteit zich richt op een snellere weergave:

Flash Eigenschappen: Schaal

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In het Schaal drop-down menu (in Geavanceerde weergave) selecteert u hoe de Flash film past in de afmetingen die u ingegeven heeft in de W en H tekst boxen vanuit de Eenvoudige weergave:

Flash Eigenschappen: Uitlijnen

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het Uitlijnen drop-down menu (in Geavanceerde weergave) bevat de opties voor de Flash film positie in relatie tot de overige pagina elementen:

Flash Eigenschappen: Achtergrond Kleur

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Bg Kleur tekst box (in Geavanceerde weergave) kunt u de gewenste achtergrond kleur voor de geselecteerde Flash film ingeven. De kleur wordt ook getoond wanneer de film niet speelt.

U kunt een hexadecimale code van de kleur in de tekst box ingeven of u klikt op de Kleur Kiezer knop om een kleur te kiezen. De Kleur Kiezer biedt ook de mogelijkheid om een hexadecimale code in te geven om een exacte gewenste achtergrond kleur te kiezen.

Flash Eigenschappen: Eenvoudig

Het Flash Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Flash film (.swf) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <flashmovie> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door op de Eenvoudig knop (in Geavanceerde weergave) te klikken zal het Flash Eigenschappen paneel overschakelen naar Eenvoudige weergave. U heeft daar de mogelijkheid om verschillende opties voor de huidig geselecteerde Flash film aan te passen.

Windows Media Eigenschappen: Element ID

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de Element ID tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft u de waarde in voor het id attribuut. Dit unieke element identificeert het element (Windows Media film) in een pagina.

Windows Media Eigenschappen: Breedte

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de W tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft u de Windows Media film's nieuwe breedte in in pixels. U kunt ook handmatig de breedte aanpassen door de schaal knoppen te slepen (deze verschijnen wanneer de Windows Media film is geselecteerd).

Windows Media Eigenschappen: Hoogte

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

In de H tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft u de Windows Media film's nieuwe breedte in in pixels. U kunt ook handmatig de breedte aanpassen door de schaal knoppen te slepen (deze verschijnen wanneer de Windows Media film is geselecteerd).

Windows Media Eigenschappen: Bestand

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

De Bestand tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft het path weer op de remote server van de huidig geselecteerde Windows Media film. Indien u deze selectie wenst te vervangen door een andere film, klikt u op de knop naast de tekst box en kiest u een ander bestand. U kunt ook handmatig het path aanpassen met verwijzing naar het Windows Media bestand.

Windows Media Eigenschappen: Alternatieve Afbeelding

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Met de Alternatieve Afbeelding tekst box kunt u een afbeelding instellen die getoond wordt in de browsers die geen support bieden voor het afspelen van Windows Media Films. U kunt zowel het volledige path (URL) naar het geuploade bestand op de server invoeren als klikken op Blader naar Bestand om een afbeelding te selecteren op de server.

Windows Media Eigenschappen: Afspelen

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Klik de Afpelen knop (in zowel Eenvoudige als Geavanceerde weergave) wanneer u de film wilt laten beginnen met spelen. Het label zal op dat moment veranderen in 'Stop'. Door op de Stop knop te klikken zal de Windows Media film stoppen met spelen

Windows Media Eigenschappen: Originele Afmetingen

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

De Originele Afmeting knop (getoond in Simple view), wanneer aangeklikt, zet de Windows Media film terug naar z'n originele afmetingen.

Windows Media Eigenschappen: Uitlijnen

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Het Uitlijnen drop-down menu (getoond in Advanced modus) bevat de opties om een Windows Media filmfragment uit te lijnen op een pagina:

Windows Media Eigenschappen: Geavanceerd

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door op de Geavanceerd knop te klikken (getoond in Simple modus), schakelt het Windows Media Eigenschappen paneel naar de geavanceerde modus. Hierin kunt u geavanceerde opties kiezen voor het Windows Media filmfragment in uw pagina.

Windows Media Eigenschappen: Auto Start

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Wanneer de Auto Start optie (in Geavanceerde weergave) aangevinkt is zal het Windows Media filmfragment beginnen te spelen zodra de pagina laadt.

Windows Media Eigenschappen: Toon Knoppen

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Als de Toon Knoppen optie (in Geavanceerde weergave) aangevinkt is, worden knoppen zoals pauze/play, stop, rewind, forward getoond onder het filmfragment in de pagina.

Windows Media Eigenschappen: Toon Display

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Als de Toon Display optie (in Geavanceerde weergave) aangevinkt is, worden de playlist en de naam van het windows mediafragment getoond onder het filmfragment. (onder de knoppenbalk, wanneer deze aangevinkt is).

Windows Media Eigenschappen: Toon Status Balk

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Wanneer de Toon Status Balk optie (in Geavanceerde weergave) aangevinkt is, hoeveel tijd van het filmfragment verstreken is vanaf het begin. Deze wordt getoond onder het filmfragment, en indien aangevinkt onder de controlebalk en filmeigenschappen.

Windows Media Eigenschappen: Simpel

Het Windows Media Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Windows Media film (.wmv, .avi) geselecteerd heeft (door erop te klikken) of wanneer de <windowsmedia> tag is geselecteerd in de Tagkiezer.

Door te klikken op de Simpel knop (in Geavanceerde weergave), wordt het Windows Media Eigenschappen paneel omgezet naar de simpele modus. Hier kunt u verschillende eigenschappen instellen van het geselecteerde Windows Media filmfragment.

QuickTime Eigenschappen: Element ID

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Quicktime filmfragement (.mov) selecteerd/aanklikt in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector

In de Element ID tekst box (in Eenvoudige weergave) voert u de waarde in voor het id attribuut. Hierdoor krijgt het QuickTime element een unieke verwijzing in de pagina.

QuickTime Eigenschappen: Breedte

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Quicktime filmfragement (.mov) selecteerd/aanklikt in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector

In de W tekst box (in Eenvoudige weergave) voert u de breedte in pixels in. U kunt ook handmatig de breedte aanpassen door aan de hoeken van de filmcontainer te trekken.

QuickTime Eigenschappen: Hoogte

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een Quicktime filmfragement (.mov) selecteerd/aanklikt in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector

In de H tekst box (in Eenvoudige weergave) voert u de hoogte in pixels in. U kunt ook handmatig de hoogte aanpassen door aan de hoeken van de filmcontainer te trekken.

Quicktime Eigenschappen:Play

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Klik op de Play knop (getoond in zowel Simple als Geavanceerde weergave) wanneer u het filmfragment wilt afspelen. Het label veranderd dan in Stop Door op de Stop knop te klikken zal de Quicktime speler stoppen met afspelen.

Quicktime Eigenschappen:Bestand

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

De Bestand tekst box (in Eenvoudige weergave) toont het pad op de server op afstand van het huidig geselecteerde QuickTime filmfragment. Als u de selectie wilt vervangen door een ander filmfragment, klikt u op de knop naast de tekst box and selecteert u een ander bestand. U kunt ook met de hand het pad naar een alternatief QuickTime bestand invoeren.

Quicktime Eigenschappen:Alternatieve afbeelding

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Met de Alternatieve afbeelding tekst box kunt u de afbeelding instellen die wordt getoond wanneer een browser geen QuickTime bestand kan afspelen. U kunt zowel een volledige URL opgeven naar de afbeelding of klikken op Browse naar Bestand om ere en op de server te selecteren.

Quicktime Eigenschappen:Advanced

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Door op de Advanced knop (in Eenvoudige weergave)te drukken, schakelt het QuickTime Eigenschappen paneel naar Advanced modus. Hierin kunnen geavanceerde eigenschappen voor een QuickTime bestand worden ingevoerd.

Quicktime Eigenschappen:Loop

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Als de Loop optie (in Geavanceerde weergave) aangevinkt is, zal het QuickTime filmfragment onuitputtelijk spelen. Zo niet, dan zal het fragment slechts eenmaal afspelen en dan stoppen.

Quicktime Eigenschappen:Autoplay

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Wanneer de Autoplay optie (in Geavanceerde weergave) aangevinkt is, zal het QuickTime bestand automatisch beginnen af te spleen zodra de pagina geladen is.

Quicktime Eigenschappen:Horizontale Ruimte

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

In de H Space tekst box (in Geavanceerde weergave) specificeert u de afstand (in pixels) tussen het  QuickTime filmfragment en de overige pagina elementen (afbeeldingen, tabel randen, tekst) links en rechts ervan.

Quicktime Eigenschappen:Verticale Ruimte

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

In de V Space tekst box (in Geavanceerde weergave) specificeert u de afstand (in pixels) tussen het  QuickTime filmfragment en de overige pagina elementen (afbeeldingen, tabel randen, tekst) boven en onder.

Quicktime Eigenschappen:Controlebalk

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Wanneer de  Controlebalk optie (in Geavanceerde weergave) aangevinkt is, wordt de QuickTime controlebalk getoond. Zo niet, dan wordt deze verborgen.

Quicktime Eigenschappen:Schalen

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

In het Schalen drop-down menu (in Geavanceerde weergave) selecteert u hoe u de QuickTime film wilt tonen, zoals ingesteld in the W and H tekst boxen in Eenvoudige weergave:

Quicktime Eigenschappen:Uitlijnen

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Het Align drop-down menu (in Geavanceerde weergave) bevat de opties om het QuickTime bestand relatief ten opzichte van de overige pagina elementen uit te lijnen:

Quicktime Eigenschappen:Achtergrond kleur

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Met de Bg Color tekst box (getoond in Advanced modus) stelt u de achtergrondkelur in voor het QuickTime bestand. Deze kleur word took getoond wanneer de film niet wordt afgespeeld.

U kunt een hexadecimale kleurcode opgeven of de Kleur Kiezer knop gebruiken om een kleur te kiezen uit het uitgebreide palet.

Quicktime Eigenschappen: Eenvoudig

Het QuickTime Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een QuickTime bestand (.mov) in uw pagina. Het komt overeen met de <quicktime> tag in de Tag Selector.

Door te klikken op de Eenvoudig knop (in Geavanceerde weergave), schakelt het QuickTime Eigenschappen paneel om naar Eenvoudige weergave. U krijgt een (gelimiteerd) aantal opties om uw QuickTime bestand in de pagina vorm te geven.

Form Eigenschappen: Element ID

Het Form Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u binnen een formulier klikt (binnen de gestippelde rode buitenlijn) of wanneer de <FORM> tag geselecteerd is in de Tag Selector.

In de Element ID tekst box vult u de waarde in van het id attribuut. Het duidt het element op een unieke wijze aan binnen de pagina.

Form Eigenschappen: Actie

Het Form Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u binnen een formulier klikt (binnen de gestippelde rode buitenlijn) of wanneer de <FORM> tag geselecteerd is in de Tag Selector.

In de Actie tekst box vult u het pad in naar het bestand dat het formulier zal verwerken.

Form Eigenschappen: Doel

Het Form Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u binnen een formulier klikt (binnen de gestippelde rode buitenlijn) of wanneer de <FORM> tag geselecteerd is in de Tag Selector.

In het Doel drop-down menu selecteert u in welk venster de verzonden data geladen zal worden:

Form Properties: Methode

Het Form Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u binnen een formulier klikt (binnen de gestippelde rode buitenlijn) of wanneer de <FORM> tag geselecteerd is in de Tag Selector.

Het Methode drop-down menu selecteert u de te hanteren methode om het formulier naar de server te versturen:

Form Eigenschappen: Encoding Type

Het Form Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u binnen een formulier klikt (binnen de gestippelde rode buitenlijn) of wanneer de <FORM> tag geselecteerd is in de Tag Selector.

In het Enctype drop-down menu selecteert u het encoderingstype van de data die u naar de server verstuurt:

Tekst Veld Eigenschappen: Element ID

Het Text Field Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een tekst veld op uw pagina. Het komt overeen met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Element ID tekst box vult u de waarde in van het id attribuut. Het duidt het element op een unieke wijze aan binnen de pagina.

Tekst Veld Eigenschappen: Char Breedte

Het Text Field Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een tekst veld op uw pagina. Het komt overeen met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Char Width tekst box definieert u het maximum aantal karakters dat tegelijkertijd kan worden getoond in het tekst veld (wanneer het om een enkele regel gaat). Als het een multi-line tekst veld is, bepaalt dit getal de breedte van de tekstbox.

Tekst Veld Eigenschappen: Max Chars

Het Text Field Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een tekst veld op uw pagina. Het komt overeen met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Max Chars tekst box definieert u het maximum aantal karakters dat ingevoerd kan worden in een (enkele-regel) tekstveld..

Tekst Veld Eigenschappen: Type

Het Text Field Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een tekst veld op uw pagina. Het komt overeen met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

From the Type drop-down menu selecteer een type voor het huidige tekst veld:

Tekst Veld Eigenschappen: Wrap

Het Text Field Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een tekst veld op uw pagina. Het komt overeen met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

The Wrap drop-down menu is alleen actief wanneer een tekstveld multi-line is (tekstarea). Het bepaalt hoe de input wordt getoond. De beschikbare opties zijn:

Tekst Veld Eigenschappen: Initial Value

Het Text Field Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een tekst veld op uw pagina. Het komt overeen met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Init Val tekst box voert u de initiele waarde in die getoond moet worden bij het laden van de pagina.

Tekstvak Eigenschappen: Element ID

Het Textarea Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een TextArea veld op uw pagina. Het correspondeert met de <TEXTAREA> tag in de Tag Selector.

In de Element ID tekst box vult u de waarde in van het id attribuut. Het duidt het element op een unieke wijze aan binnen de pagina.

Tekstvak Eigenschappen: Char Breedte

Het Tekstvak Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van eenTekstvakveld op uw pagina. Het correspondeert met de <TEXTAREA> tag in de Tag Selector.

In de Char Breedte tekst box voert u het maximum aantal karakters in dat kan worden getoond in een Tekstvak regel (met andere woorden, de breedte van het Tekstvak).

Tekstvak Eigenschappen: Number of Lines

Het Tekstvak Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een Tekstvak veld op uw pagina. Het correspondeert met de <TEXTAREA> tag in de Tag Selector.

In de Num Lines tekst box bepaalt u de hoogte van het Tekstvak (het aantal tekstrijen dat tegelijkertijd zichtbaar is).

Tekstvak Eigenschappen: Type

Het Tekstvak Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een Tekstvak veld op uw pagina. Het correspondeert met de <TEXTAREA> tag in de Tag Selector.

In het Type drop-down menu selecteert u het type voor de huidige Tekstvak.

Tekstvak Eigenschappen: Wrap

Het Tekstvak Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een Tekstvak veld op uw pagina. Het correspondeert met de <TEXTAREA> tag in de Tag Selector.

 Het Wrap drop-down menu is alleen actief bij een multi-line Tekstvak . Het bepaalt hoe de Tekstvak wordt getoond. De volgende opties zijn beschikbaar:

Tekstvak Eigenschappen: Initiële Waarde

The Tekstvak Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van a Tekstvak inserted in your page. Het correspondeert met de <TEXTAREA> tag in de Tag Selector.

In de Init Val tekst box voert u de initiele waarde van de Tekstvak in die getoond moet worden bij het laden van de pagina.

Button Eigenschappen: Element ID

The Button Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een knop toegevoegd aan uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Element ID tekst box vult u de waarde in van het id attribuut. Het duidt het element op een unieke wijze aan binnen de pagina.

Button Eigenschappen: Label

The Button Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een knop in uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Label tekst box voert u de tekst in die moet worden getoond op een Button/knop.

Button Eigenschappen: Actie

Het  Button Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een knop in uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

De Actie radio group geeft drie mogelijke opties voor wat er gebeurt na het drukken op een knop:

  1. Verstuur formulier – de data in het formulier wordt opgestuurd om verwerkt te worden.
  2. Reset formulier – de ingevoerde gegevens in het formulier worden gewist.
  3. Niets – specificeer zelf de uit te voeren actie bij het drukken op de knop.
Checkbox Eigenschappen: Element ID

Het Checkbox Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een checkbox in uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Element ID tekst box vult u de waarde in van het id attribuut. Het duidt het element (checkbox) op een unieke wijze aan binnen de pagina.

Checkbox Eigenschappen: Checked Value

The Checkbox Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van a checkbox inserted in your page. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Checked value tekst box voert u de waarde in die moet worden verstuurd wanneer de desbetreffende checkbox is aangevinkt.

Checkbox Eigenschappen: Initial State

Het Checkbox Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een checkbox op uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Initial state radio group kiest u hoe de radio group zich gedraagt bij het laden van de pagina (wel of niet geselecteerd):

Radio Button Eigenschappen: Element ID

Het Radio Button Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een radio knop in uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Element ID tekst box vult u de waarde in van het id attribuut. Het duidt het element (radiobutton) op een unieke wijze aan binnen de pagina.

NB: Als u met een radio group moet werken (meerdere radio buttons, waarvan er slechts een tegelijk mag worden geselecteerd) moeten alle knoppen in de group dezelfde id delen.

Radio Button Eigenschappen: Checked Value

Het Radio Button Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een radio knop in uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Checked value tekst voert u de waarde in die moet worden verstuurd naar de server, wanneer de knop is geselecteerd bij het versturen van het formulier.

Radio Button Eigenschappen: Beginwaarde

Het Radio Button Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een radio knop in uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in de Tag Selector.

In de Beginwaarde radio group bepaalt u hoe deze zich gedraagt bij het laden van de pagina:

List/Menu Eigenschappen: Element ID

The List/Menu Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van a list/menu item inserted in your page. Het correspondeert met de <SELECT> tag in de Tag Selector.

In de Element ID tekst box vult u de waarde in van het id attribuut. Het duidt het element (lijst/menu) op een unieke wijze aan binnen de pagina.

List/Menu Eigenschappen: Type

Het List/Menu Eigenschappen paneel wordt getoond bij het selecteren/aanklikken van een list/menu op uw pagina. Het correspondeert met de <SELECT> tag in de Tag Selector.

In het Type drop-down menu bepaalt u of het drop-down menu getoond wordt als een:

List/Menu Eigenschappen: Hoogte

Het lijst/Menu paneel wordt getoond wanneer u een list/menu item selecteert (erop klikt) op uw pagina. Het correspondeert met de <SELECT> tag in het Tag selectie paneel.

De Hoogte tekst box is enkel aktief in wanneer het form type 'lijst' is. Geef het aantal elementen in dat de lijst weer moet geven (hoeveel rijen dient het te hebben).

Lijst/Menu Eigenschappen: Selecties

Het Lijst/Menu paneel wordt getoond wanneer u het lijst/menu item selecteert (erop klikt) op uw pagina. Het correspondeert met de <SELECT> tag in het Tag selectie paneel.

De meerdere toestaan checkbox is enkel aktief wanneer het form type 'list' is. Aanvinken indien u meerdere selecties (op de lijst elemententen) wenst.

Lijst/Menu Eigenschappen: Lijst Waarden

Het Lijst/Menu paneel wordt getoond wanneer u het lijst/menu item selecteert (erop klikt) op uw pagina. Het correspondeert met de <SELECT> tag in het Tag selectie paneel.

Door te klikken op de Lijst waarden knop, vershcijnt er een dialoog venster dat u in staat steld elementen toe te voegen / te bewerken bij de lijst/menu optie.

Lijst/Menu Waarden Editor

Dit dialoog pop-up venster verschijn wanneer de Lijst Waarden knop vanuit het Lijst/Menu eigenschappen paneel is aangeklikt. Het bied u de mogelijkheid tot het toevoegen of aanpassen van elementen (labels en values) vanuit het lijst/menu item. De gebruikers interface presenteerde de volgende items:

  1. De Plus (+)/Min (-) knoppen laten het toe om elementen toe te voegen / te verwijderen vanuit het lijst / menu item.
  2. In the Item label and Item value text boxes enter the label (text displayed in the form control) and the value (value submitted to the server) of the current list element. The already entered elements are displayed.
  3. Met de omhoog en omlaag pijlen is het mogelijk de sortering van de lijst elementen aan te passen (in dezelfde volgorde als ze getoond worden in het formulier).
  4. Klik OK wanneer u klaar bent met het configureren met de lijst elementen.
  5. Klik Cancel om terug te gaan zonder wijzigingen.
  6. De Help button opent dit hulp venster.
Bestand Veld Eigenschappen: Element ID

Het Bestand Veld Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een bestand veld (klikt) selecteerd op uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in het Tag selectie paneel.

In het Element ID van de tekst box geef de waarde voor de id in. Dit identificeert het element als uniek item (bestand veld) op de pagina

Bestand Veld Eigenschappen: Char Breedte

Het Bestand Veld Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een bestand veld (klikt) selecteerd op uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in het Tag selectie paneel.

In de Char Width tekst box kunt u aangeven wat het maximale aantal karakters is dat getoond kan worden per keer in het betstand veld (de breedte van het item in het formulier).

Bestand Veld Eigenschappen: Max Chars

Het Bestand Veld Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een bestand veld (klikt) selecteerd op uw pagina. Het correspondeert met de <INPUT> tag in het Tag selectie paneel.

In de Max Chars tekst box geeft u het maximale aantal karakters in dat ingegeven mogen worden in het bestand veld wanneer dit met de hand ingegeven wordt. Wanneer het bestand door de Browse button geselecteerd wordt kan het voorkomen dat er meer karakters ingevoerd worden dan toegestaan..

Verborgen Veld Eigenschappen: Element ID

Het Verborgen Veld Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een verborgen veld op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <hidden> tag in het Tag selectie paneel.

In Element ID tekst box geeft u de waarde in voor het id. Dit zal de unieke identificatie van het element (verborgen veld) op de pagina zijn.

Verborgen Veld Eigenschappen: Waarde

Het Verborgen Veld Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een verborgen veld op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <hidden> tag in het Tag selectie paneel.

In deWaarde tekst box geeft u de waarde van het verborgen veld in die tijdens het versturen van het formulier doorgegeven zal worden aan de server.

Veldset Eigenschappen: Element ID

Het Veldset Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een veldset op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <hidden> tag in het Tag selectie paneel.

In Element ID tekst box geeft u de waarde in voor het id. Dit zal de unieke identificatie van het element (veldset) op de pagina zijn.

Fieldset Properties: Legenda

Het Veldset Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een veldset op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <hidden> tag in het Tag selectie paneel.

In de Legenda tekst box geeft u de titel in die weergegeven dient de worden op de veldset rand.

Veldset Eigenschappen: Uitlijnen Legenda

Het Veldset Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een veldset op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <fieldset> tag in het Tag selectie paneel.

In het Uitlijnen Legenda drop-down menu selecteert u de manier waarop de veldset titel uitgelijnd wordt ten opzicht van de veldset rand:

Label Eigenschappen: Element ID

Het Label Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een label op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <LABEL> tag in het Tag selectie paneel.

In de Element ID tekst box geeft u de waarde voor het id in. Dit zal de unieke identificatie van het element (label) op de pagina zijn

Label Properties: For

Het Label Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een label op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <LABEL> tag in het Tag selectie paneel.

In de For tekst box geeft u de unieke naam (ID) in voor het formulier dat u wenst te associeren met het label. Naderhand wanneer de pagina laad en u klikt op het label zal het corresponderende formulier item gefocused worden.

Afbeelding Eigenschappen: Element ID

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

In de Element ID tekst box (weergegeven in Simple view)geeft u de waarde voor het id in. Dit zal de unieke identificatie van het element (afbeelding) op de pagina zijn.

Afbeelding Eigenschappen: Breedte

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

In de Breedte tekst box (weergegeven in de Simple view) specificeert u een nieuwe breedte voor de geselecteerde afbeelding (in pixels).

Om de originele afmeting van de afbeelding te behouden, laat u dit veld (en het Hoogte veld) staan op hun standaard waardes. U kunt ook de afbeelding vergroten en verkleinen door eenvoudig de afbeelding te selecteren en de afmeting blokjes te slepen.

Afbeelding Eigenschappen: Hoogte

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

In de Hoogte text box (displayed in Simple view) specify a new height for the selected image (in pixels).

Om de originele afmeting van de afbeelding te behouden, laat u dit veld (en het Breedte veld) staan op hun standaard waardes. U kunt ook de afbeelding vergroten en verkleinen door eenvoudig de afbeelding te selecteren en de afmeting blokjes te slepen.

Afbeelding Eigenschappen: Constrain

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

Verbind de Breedte en Hoogte tekst boxen, u zult opmerken dat de Contrain contole (in Eenvoudige weergave) twee weergaves (symbolen) kent, namelijk chain en broken chain. Deze wijzigen naar aanleiding van uw muis klikken. Indien u een afbeelding schaalt en u wilt:

Afbeelding Eigenschappen: Horizontale Ruimte

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

In de H Ruimte tekst box (in Geavanceerde weergave) specificeert u de horizontale afstand (in pixels) tussen de afbeelding en de overige pagina elementen (afbeeldingen, tabel randen, tekst) aan de linker en rechter zijden. Deze overige pagina elementen kunnen reeds aanwezig zijn in de pagina of deze kunnen later toegevoegd worden: ze zullen niet dichter bij de afbeelding komen dan de horizontale ruimte die ingegeven is. De standaard waarde is 0 (nul).

Afbeelding Eigenschappen: Verticale Ruimte

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

In de V Ruimte tekst box (in Geavanceerde weergave) specificeert u de horizontale afstand (in pixels) tussen de afbeelding en de overige pagina elementen (afbeeldingen, tabel randen, tekst) aan de linker en rechter zijden. Deze overige pagina elementen kunnen reeds aanwezig zijn in de pagina of deze kunnen later toegevoegd worden: ze zullen niet dichter bij de afbeelding komen dan de horizontale ruimte die ingegeven is. De standaard waarde is 0 (nul).

Afbeelding Eigenschappen: Bron

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

De Src tekst box (in Eenvoudige weergave) toont het pad op de server naar de bron van het afbeelding bestand. Door te klikken op Bestand zoeken aan de rechterzijde, kunt u de geselecteerde afbeelding vervangen door een nieuwe van uw keuze.

Afbeelding Eigenschappen: Uitlijnen

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

Het Uitlijnen drop-down menu (in Geavanceerde weergave) bevat de opties voor de positie van de afbeelding in relatie tot de overige pagina elementen:

Afbeelding Eigenschappen: Alternative Tekst

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

In de Alt tekst box (in Geavanceerde weergave) geeft u de alternatieve tekst in (tooltip) die weergegeven wordt door browsers die geen afbeeldingen ondersteunen). In meeste gangbare browsers, verschijnt deze tekst ook wanneer de muis punt over de afbeelding beweegt.

Afbeelding Eigenschappen: Rand

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

In de Rand tekst box (in Eenvoudige weergave) geeft u de dikte (in pixels) in voor de rand rondom de afbeelding. De standaard waarde is 0 (geen rand wordt weergegeven).

Afbeelding Eigenschappen: Geavanceerd

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

Door op de Geavanceerd knop te klikken (in Eenvoudige weergave), zal het Afbeelding Eigenschappen paneel overschakelen naar Geavanceerde weergave. U heeft daar de mogelijkheid om een aantal geavanceerde opties in te stellen voor de huidig geselecteerde afbeelding.

Afbeelding Eigenschappen: Eenvoudig

Het Afbeelding Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een afbeelding op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <IMG> tag in het Tag selectie paneel.

Door op de Eenvoudig knop te klikken (in Geavanceerde weergave), zal het Afbeelding Eigenschappen paneel overschakelen naar Eenvoudige weergave. U heeft daar de mogelijkheid om een aantal opties in te stellen voor de huidig geselecteerde afbeelding.

Anker Eigenschappen: Element ID

Het Link Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een link op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <anker> tag in het Tag selectie paneel.

n de Element ID tekst box geeft u geeft u de waarde voor het id in. Dit zal de unieke identificatie van het element (anker) op de pagina zijn.

Anker Eigenschappen: Naam

Het Link Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een link op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <anker> tag in het Tag selectie paneel.

De Naam tekst box geeft de naam die ingegeven is tijdens het maken van het anker weer.

Anker Eigenschappen: Verwijder Anker

Het Link Eigenschappen paneel wordt getoond wanneer u een link op uw pagina selecteert (klikt). Het correspondeert met de <anker> tag in het Tag selectie paneel.

Door op de Verwijder Anker knop te klikken wordt het anker geassocieerd met de huidige selectie (tekst, afbeelding) verwijderd.Wanneer een anker verwijderd wordt wordt het anker icoon niet langer getoond en de originele selectie wordt weergegeven.

Bestand Verkenner: Upload Bestanden naar Server

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Door op de Upload Bestand knop te klikken, verschijnt er een pop-up venster dat de mogelijkheid bied om de huidige folder structuur te bekijken. Blader naar de benodigde folder, selecteer een of meer bestanden (houd de CTRL/SHIFT toets ingedrukt voor meervoudige selecties), en klik daarna op de Open knop. Alle geselectterde bestanden worden geupload naar de remote server en u kunt ze bekijken als thumbnail in het Bestand Verkenner venster.

Opmerking: De typen bestanden die standaard toegestaan zijn voor upload zijn:

Deze lijst kan afhankelijk van de instellingen door de administrator verschillen.

Bestand Verkenner: Bestanden Invoegen in Pagina

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Door op de Insert knop te klikken, worden alle geselecteerde bestanden (houd de CTRL/SHIFT toets ingedrukt voor meervoudige selectie) in het huidige folder ingevoegd in de pagina.

Document bestanden worden ingevoegd als links. Wanneer op een link wordt geklikt, zal het document bestand dat op de server staat worden geopend.

Bestand Verkenner: Filter Bestanden

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Afhankelijk voor de upload folders die ingesteld zijn voor documenten, media en template bestanden, zal het Toon drop-down menu verschillende opties tonen. Afhankelijk van de geselecteerde optie worden alleen bestanden van het aangegeven type op de server getoond (als thumbnails) waardoor uw werk vergemakkelijkt wordt.

Alle mogelijke opties die weergegeven worden in het Toon drop-down menu (in verschillende situaties):

  1. Alle Bestanden
  2. Media Bestanden - dit is de standaard optie wanneer de Afbeeldingen knop geklikt wordt. Het bevat afbeeldingen en video bestanden.
  3. Afbeeldingen
  4. Documenten - dit is de standaard optie wanneer op de Link naar Document knop geklikt wordt.
  5. Templates - dit is de standaard optie wanneer geklikt wordt op de Content Template knop. Het wordt altijd als niet aktief getoond onafhankelijk of het samenvat of niet met de documenten en of media bestanden upload folder.

Afhankelijk van de geselecteerde optie, worden enkel de aangegeven typen van de folder getoond (als thumbnail) waardoor uw werk eenvoudiger wordt.

De optie geselecteerd in het Toon dropt-down menu heeft invloed op de bestanden upload manier: wanneer er geklikt wordt op de Upload Bestand knop, kan allen het type bestand dat gespecificeerd is in het Toon drop-down menu getoond worden (in de folder van waaruit u de bestanden upload).

Bestand Verkenner: Cancel

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Door op de Cancel knop te klikken, zal het Bestand verkenner venster worden gesloten en er wordt geen bestand ingevoegd in de pagina (ook al zijn deze geselecteerd). Deze handeling maakt niet het creëren van nieuwe folders op de server ongedaan.

Bestand Verkenner: Home Folder

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Onafhankelijk van welke folder de huidige selectie is in de boom-structuur aan de linkerzijde, wanneer u op Home klikt zal de home directory op de server aangesproken worden, en de inhoud wordt dan getoond aan de rechterzijde. Indien er geen bijzonder settings hiervoor ingegeven zijn, zal de home folder de root folder zijn.

Bestand Verkenner: Pad naar de Huidige Folder

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

De tekst box geaccocieerd aan de Home knop toont het pad naar de huidige folder (die de bestanden rechts als thumbnails toont). Het weergegeven pad is relatief aan de folder root gedefinieerd in de Bestand Browser module. Indien de tekst box leeg is, wordt de root folder automatisch geselecteerd en de inhoud weergegeven.

U kunt ook het pad naar een bepaalde folder intypen (bijv. folder_1/folder12/). Indien de folder aan de rechterzijde van de root staat kunt u eenvoudig de naam ingeven. Wanneer de Go knop geklikt wordt zullen de bestanden uit die folder getoond worden aan de rechter zijde.

Bestand Verkenner: Ga

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Door het klikken op de Ga knop zal de browser navigeren naar de gespecificeerde folder (het pad) in de Home tekst box. Indien de tekst box leeg is, wordt de inhoud van de root folder getoond in de rechterzijde.

Bestand Verkenner: Verversen

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Door het klikken op de Ververs knop wordt de inhoud van de huidige folder verversd: de bestanden worden herladen. Op deze manier kunt u wijzigingen bekijken die doorgevoerd zijn in de tussentijd. Bijvoorbeeld een nieuwe folder structuur wordt zichtbaar na verversing.

Bestand Verkenner: Maak Nieuwe Folder

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Met de Nieuwe Folder knop kunt u nieuwe folders aanmaken in de folder structuur.

Wanneer er op de Nieuwe Folder knop geklikt wordt dient u een naam in te geven voor de nieuwe folder.

Bestand Verkenner: Afbeelding Bewerken

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

De Bewerk Afbeelding knop is enkel aktief wanneer een afbeelding bestand is geselecteerd in het bestand gedeelte. Wanneer erop geklikt wordt zal het een Afbeelding Editor Venster openen. Dit bevat een volledige set mogelijkheden om de afbeeldingen te bewerken.

Bestand Verkenner: Verwijder

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Door het klikken op de Delete knop wordt er gevraagd om het verwijderen van het huidig geselecteerde te bevestigen. Indien de geselecteerde folder leeg is, zal het worden verwijderd zonder bevestiging.

Bestand Verkenner: Folder Structuur

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

Een boom-menu verkenner (folder verkenner) is getoond aan de linker zijde hierin wordt de folder structuur op de server getoond.

De volgende keer dat de Bestand Verkenner opgestart wordt zal de laatst benaderde folder herkend worden en automatisch geselecteerd worden in het boom-menu. De inhoud daarvan wordt aan de rechterzijde getoond.

Bestand Verkenner: Bestanden in Huidige Folder

Het Bestand Verkenner venster wordt getoond wanner u op een Afbeelding, Link naar Document of Content Template knop klikt vanaf de taakbalk, of gelijkwaardige knoppen in bepaalde Eigenschappen panelen.

De bestanden in de geselecteerde folder aan de linkerzijder (het boom menu) worden getoond als thumbnails aan de rechterzijde. U kunt één of meerdere bestanden selecteren (houd de CTRL toets ingedrukt). U kunt bestanden kopiëren, knippen en plakken tussen de folders. Bestanden kunnen ook hernoemd en gedupliceerd worden. Voor meer mogelijke handelingen kiest u voor een optie die verschijnt wanneer u met de rechtermuisknop op een betand klikt.

Afbeelding Editor: OK

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Door op de OK knop te klikken zal de Afbeelding Editor sluiten en alle veranderingen doorvoeren die u gemaakt heeft. De afbeelding wordt beschikbaar op de server en in de pagina (indien de afbeelding reeds in de pagina aanweizg is).

Afbeelding Editor: Reset

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

De Reset knop is niet aktief wanneer u de KTML Afbeelding Editor opstart. Het wordt aktief wanneer er minimaal één handeling aan de afbeelding heeft gepleegd. Door door erop te klikken zal de originele status van de afbeelding hersteld worden (onafhankelijk van het aantal wijzigingen die zojuist doorgevoerd zijn aan de afbeelding).

Afbeelding Editor: Close

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Door het klikken op de Sluiten knop zal de Afbeelding Editor afgesloten worden. Wijzigingen worden niet doorgevoerd op de huidige afbeelding..

Afbeedling Editor: Uitsnijden

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Wanneer er op de Uitsnijden knop wordt geklikt, verschijnt er een 107 pixels / 107 pixels vierkant bovenop de afbeelding. U kunt de afmeting en de positie veranderen door de handels te gebruiken of door de Breedte en Hoogte tekst boxen in te vullen in de interface onderin. Klik op de Toepassen knop onderaan om de aangegeven ruimte uit te snijden.

Opmerking: Wanneer een afbeelding uitgesneden wordt zullen de veranderingen op de afbeelding die op de server staat doorgevoerd worden. (de afbeelding op de server wordt dus gewijzigd).

Afbeelding Editor: Uitsnijden - Breedte

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Uitsnijden knop, wordt de Breedte tekst box getoond onderaan de interface. Gebruik het om de breedte (in pixels) in te geven van de uit te snijden rechthoek.

Afbeelding Editor: Uitsnijden - Hoogte

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Uitsnijden knop, wordt de Hoogte tekst box getoond onderaan de interface. Gebruik het om de hoogte (in pixels) in te geven van de uit te snijden rechthoek.

Afbeelding Editor: Uitsnijden - Toepassen

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Uitsnijden knop wordt de Toepassen knop getoond in onderaan de interface. Wanneer erop geklikt wordt, wordt het afbeelding gedeelte dat bedekt is door de uitsnijden rechthoek uit gesneden vanuit de originele afbeelding en dat wordt dan de nieuwe afbeelding..

Afbeelding Editor: Uitsnijden - Cancel

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Uitsnijden knop wordt de Cancel knop getoond onderaan de interface. Klik erop om de uitsnij handeling te cancelen. Het zal ook het Uitsnijden sluiten.

Afbeelding Editor: Schaal

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik op de Schaal knop om de afmeting van de afbeelding (proportioneel of niet, afhankelijk van de Contrain waarde) te wijzigen. Gebruik de twee tekst boxen (Breedte en Hoogte) die getoond worden onderaan de tinterface om de nieuwe afmetingen (in pixels) in te geven en klik op de Toepassen knop onderaan om de veranderde schaal van de afbeelding door te voeren.

Opmerking: Wanneer een afbeelding geschaald wordt, gebeurd dat server-side (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Schaal - Breedte

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Schaal knop wordt de Breedte knop getoond onderaan de interface. Gebruik het om de nieuwe breedte (in pixels) van de afbeelding in te geven.

Afbeelding Editor: Schaal - Hoogte

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Schaal knop wordt de Hoogte knop getoond onderaan de interface. Gebruik het om de nieuwe hoogte (in pixels) van de afbeelding in te geven.

Afbeelding Editor: Schaal - Relatief

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Schaal knop wordt de Relatief controle getoond onderaan de interface. Hierdoor worden de Breedte en Hoogte tekst boxen gekoppeld. Het heeft twee mogelijkheden (symbolen) namelijk chain en x. Ze wijzigen afhankelijk van de muis-klikken. Indien u een afbeelding verschaalt en u wil:

  1. proportioneel, zorg ervoor dat het chain symbool wordt getoond. Wanneer een dimensie wordt ingegeven zal de andere dimensie automatisch berekend worden om de proporties te behouden.
  2. niet proportioneel (onafhankelijke dimensies), zorg ervoor dat de Relatief controle het x symbool toont.
Afbeelding Editor: Schaal - Toepassen

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Schaal knop, wordt de Toepassen knop getoond onderaan de interface. Wanneer erop geklikt wordt, zal de afbeelding geschaald worden naar de nieuwe ingegeven waarden.

Afbeelding Editor: Schaal - Cancel

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Schaal knop, zal de Cancel knop worden getoond onderaan de interface. Klik erop om de schaal handeling te cancelen. Het zal ook de schaal optie sluiten.

Afbeelding Editor: Roteer Links

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Roteer Links knop indien u de afbeelding naar links wenst te roteren.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Rotateer Rechts

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Roteer Rechts knop indien u de afbeelding naar rechts wenst te roteren.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Spiegel Verticaal

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Spiegel Verticaal knop indien u de afbeelding 180 graden verticaal wenst te spiegelen (de nieuwe afbeelding die getoond word zal de oude zijn als bekeken door een horizontale spiegel).

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Spiegel Horizontaal

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Spiegel Horizontaal knop indien u de afbeelding 180 graden horizontaal wenst te spiegelen (de nieuwe afbeelding die getoond word zal de oude zijn als bekeken door een verticale spiegel).

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Blur

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Blur knop indien u de afbeelding een wazig effect mee wenst te geven.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Sharpen

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Verscherp knop indien u de afbeelding een verscherpt effect mee wenst te geven.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd)

Afbeelding Editor: Vergroot Contrast

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Vergroot Contrast knop indien u de afbeelding een vergroot contrast wenst te geven.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Verminder Contrast

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Verminder Contrast knop indien u de afbeelding een verminderd contrast wenst te geven.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Verhoog Helderheid

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Vergroot Helderheid knop indien u de afbeelding een vergrote helderheid wenst te geven.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Verminder Helderheid

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Verminder Helderheid knop indien u de afbeelding een verminderde helderheid wenst te geven.

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Compress Afbeelding

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik de Compress Afbeelding knop indien u de afbeelding kwaliteit wijzigt ten gunste van het grootte (in kb).

Opmerking: Indien u de handeling doorvoert worden de wijzigingen server-side doorgevoerd (de afbeelding op de server wordt gewijzigd).

Afbeelding Editor: Compress Afbeelding - Kwaliteit

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Compress Afbeelding knop zal de Kwaliteit tekst box getoond worden onderaan de interface. Gebruik het om de kwaliteit van de compressed afbeelding in te geven in procenten (1-99) vanuit de originele afbeelding kwaliteit.

Afbeelding Editor: Compress Afbeelding - Toepassen

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Compress afbeelding knop zal de Toepassen knop getoond worden onderaan de interface. Wanneer erop geklikt wordt zal de afbeelding compressed worden volgens de ingegeven kwaliteit.

Afbeelding Editor: Compress Afbeelding - Cancel

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Na het klikken op de Compress afbeelding knop, zal de Cancel knop getoond worden onderaan de interface. Klik erop om de compress handeilng te cancelen. Het zal ook de compress sluiten.

Afbeelding Editor: Zoom In

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik op de Zoom In knop om de afbeelding proportioneel te vergroten. Elke klik zal de afbeelding iets vergroten.

Opmerking: Zoom-in is geen handeling die effect heeft op het bestand op de server.

Afbeelding Editor: Zoom Uit

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

Klik op de Zoom Uit knop om de afbeelding proportioneel te verkleinen. Elke klik zal de afbeelding iets verkleinen.

Opmerking: Zoom-uit is geen handeling die effect heeft op het bestand op de server.

Afbeelding Editor: Reset Zoom

Het Afbeelding Editor venster wordt getoond wanneer u een afbeelding heeft geselecteerd, wanneer u klikt op de Afbeelding Bewerken optie in het rechtermuisknop menu. De geselecteerde afbeelding kan bestaan in een pagina of in de bestand verkenner (daar vindt u ook een Afbeelding Editor optie).

De Reset Zoom knop wordt aktief na het klikken op de Zoom In en Zoom Uit knoppen voor een oneven aantal keren (de afbeelding grootte is dan niet langer de originele afmeting). Wanneer er op de Reset Zoom knop geklikt wordt zal de afbeelding teruggebracht worden naar de originele afmeting.

Titel

TEKST

TEKST